1. Inleiding 1.1 Nederlandse vloot van zee- en kustvisserij In dit hoofdstuk is kort de huidige Nederlandse vloot van zee- en kustvisserij beschreven. Daarna worden vijf belangrijke en meest kansrijke nevenactiviteiten behandeld die door de Nederlandse zeevisserijkotters kunnen worden verricht. De Nederlandse zee- en kustvisserij betreft de (professionele) visserij op commerciële vissoorten voor menselijke consumptie. Er kunnen drie sectoren worden onderscheiden: de kottervisserij (schepen met een lengte van 18-42 meter), de grote zeevisserij (met trawlers met een lengte van 80-140 meter) en de overige kleine zeevisserij (met vaartuigen tot ongeveer 18 meter). Het aantal schepen in de zee- en kustvisserijvloot bedraagt in 2012 rond 500 schepen en het aantal opvarenden op de vloot ligt op iets meer dan 1.800 mensen (zie tabel 3). De kottervloot voert de gevangen vis vers aan en de schepen zijn algemeen eigendom van gezinnen of families waarvan leden zelf ter visserij gaan (als schipper-eigenaar of als opvarende). De visgebieden zijn voornamelijk de Noordzee, de kustwateren en het Kanaal. De aanvoer bestaat hoofdzakelijk uit platvis en garnalen maar ook langoustine, mul, poon en diverse rondvissoorten zoals kabeljauw en wijting maken deel uit van de vangst. De belangrijkste visserijmethoden van de kottervisserij zijn de boomkor (op platvis en garnalen, met een boom of wing, met of zonder puls), flyshoot en twinrig. De vloot bestaat uit rond 80 grote kotters van rond 40 meter, 25 middenslagkotters van gemiddeld 30 meter en rond 190 kotters met een lengte van gemiddeld rond 20 meter. De grote zeevisserij betreft de visserij met vrieshektrawlers op pelagische vis zoals makreel, horsmakreel, blauwe wijting en haring en ook sardinella. De belangrijkste visgebieden liggen buiten de Noordzee, onder andere het Engelse Kanaal en Keltische zee, de Noordoost-Atlantische wateren, voor de kust van West-Afrika en wateren ter hoogte van Chili. De overige kleine zeevisserij bestaat uit een groot aantal schepen die uiteenlopende visserijen uitoefenen: visserij met staande tuigen op vooral tong, met fuiken op kreeft en paling, met hengels en lijnen op vooral zeebaars. Veel schepen zijn soms actief, andere nauwelijks of helemaal niet actief. Het zijn voornamelijk kleine vaartuigen (Taal et al., 2010: 114-115). De hierboven beschreven Nederlandse vloot is gemiddeld 32 jaar oud. Meer dan 80% van de schepen is ouder dan tien jaar. De trend van veroudering van de vloot zet voort (Taal et al., 2010: 22). 7 Pagina 12

Pagina 14

Scoor meer met een webwinkel in uw verenigingsbladen. Velen gingen u voor en publiceerden rapporten online.

540 Lees publicatie 212Home


You need flash player to view this online publication