3.2 Afbakening Natuur als kapitaalgoed zou vooral ondernemers moeten aanspreken, inclusief de overheid in haar rol als ondernemer, bijvoorbeeld bij infrastructurele werken. In een aantal specifieke sectoren zien we ook die benutting van natuur als kapitaalgoed. In de land- en tuinbouw zijn biologische plaagonderdrukking en bestuiving door insecten ingeburgerde praktijken. In de waterbouw wordt het gebruik van de natuurlijke dynamiek toegepast in bijv. de zogenoemde ‘Zandmotor’ voor de kust van het Westland ten behoeve van landaanwinning en vooruitgeschoven kustverdediging. Drinkwaterwinningsbedrijven maken door grondwaterwinning en infiltratie van oppervlaktewater, zoals in de duinen, gebruik van de kapitaalfunctie van natuur - in dit geval de grond inclusief de organismen die daar leven. Ook de energiesector zet - overigens niet bedreigde - natuurlijke processen in door energie op te wekken uit wind, zonlicht en getijden. En zo zijn er meer voorbeelden. Het is echter wel zaak grenzen te trekken anders worden ecosysteemdiensten allesomvattend. Ik kies er voor om niet alle productieprocessen waar natuurlijke processen een rol spelen te scharen onder natuur als kapitaalgoed. Het begrip zou daarmee zodanig uitdijen dat het zijn onderscheidend vermogen verliest. (Om dezelfde reden beschouw ik in dit essay de mens en zijn cultuur ook niet als onderdeel van de natuur.) De natuur waar ik het over heb betreft de ongecontroleerde, wilde natuur. Anders gezegd, ‘wilde natuur’ is in dit essay dubbelop: een pleonasme. Neem landbouw als voorbeeld. Die wordt door sommigen opgevoerd als ecosysteemdienst. Mij lijkt het dat zo’n oprekking van het begrip vertroebelend werkt; het discrimineert dan nog nauwelijks. Dat landbouw de natuur en natuurlijke processen nodig heeft, is zo evident dat hier nauwelijks een woord aan vuil hoeft te worden gemaakt. Dat geldt voor de genetische bronnen waar de landbouw gebruik van maakt, voor het zelfherstellend vermogen van de bodem en voor de veelheid van chemische en biologische omzettingsprocessen die landbouw mogelijk maken. Landbouw kan niet zonder natuur. Net als mensen trouwens. Maar landbouw heeft naar zijn aard ('van nature' is men geneigd te zeggen) weinig op met ten minste één kenmerk van de natuur: het niet door mensen gecontroleerde karakter. Daarom ben ik geneigd grasland met extensieve begrazing (denk aan schapenhouderij in Schotland) wel te beschouwen als ecosysteem, met de opbrengsten uit de veehouderij als ecosysteemdienst, maar een beteelde akker niet (Veeneklaas, 2010). 29 Pagina 36
Pagina 38Interactieve e-webshop, deze boek of lesmateriaal is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaliseren van digitale presentaties.
538 Lees publicatie 209Home