26 Grondstoffen en halffabricaten zijn geen kapitaalgoederen. De olievoorraad op aarde is geen kapitaalgoed, maar een voorraad. Bepalend of iets een kapitaalgoed is of iets anders, is de intermediaire functie die het vervult in het proces van veredelen en toegankelijk maken van grondstoffen, dan wel het mogelijk maken van levering van diensten voor de consument. In sommige gevallen zijn kapitaalgoederen uiterlijk niet te onderscheiden van consumptiegoederen: de auto waar de vertegenwoordiger doordeweeks voor zijn werk in rijdt is een kapitaalgoed; dezelfde auto gebruikt voor het uitje met z’n gezin in het weekend is een consumptiegoed geworden. Een server en een pc zijn allebei computers, toch wordt de eerste een kapitaalgoed genoemd en de tweede een consumptiegoed. Hoe kan natuur nu worden opgevat als een kapitaalgoed? De analogie die zich opdringt is die van een gigantische machine met talloze transportbanden. Wat deze machine doet is transporteren en transformeren. De voornaamste aandrijving is fotosynthese en de brandstof is zonlicht. Een machine met een nogal eenzijdige input (voornamelijk zonlicht), een heleboel throughput zoals de water-, koolstof- en nutrientenkringlopen, en een heel klein beetje output: de voor de mens bruikbare goederen en diensten. Deze machine-analogie heeft mensen er toe verleid te gaan spreken over de ‘functies van natuur’ zoals in het Globaal Ecologisch Model (GEM) dat midden jaren zeventig van de vorige eeuw is ontwikkeld bij de Rijksplanologische Dienst of, meer recent, over ‘ecosysteemdiensten’ zoals in de Millennium Ecosystem Assessment van de Verenigde Naties (MEA, 2005). Daaronder vallen direct door de mens te consumeren goederen en diensten, zie de volgende paragraaf over natuur als consumptiegoed, en natuurlijke processen die, indirect, een bijdrage leveren aan de productie van goederen en diensten voor de mens. Voorbeelden zijn bestuiving van fruitbomen door insecten, natuurlijke kustverdediging, erosiebestrijding, natuurlijke plaagbestrijding, zuivering van drinkwater, levering van genetisch materiaal voor veredeling van gewassen, bron voor nieuwe medicijnen, en nog veel meer. Ook wordt vaak koolstofvastlegging genoemd maar dit is dubieus; als het alternatieve gebruik landbouw of bosbouw is, wordt op korte termijn bezien meer koolstofdioxide vastgelegd. Hoe de zaak op lange termijn uitvalt is afhankelijk van de soort natuur, bijv. of er veenvorming plaatsvindt, en wat er met de geoogste en niet geoogste landbouwgewassen of bomen gebeurt. Natuurfuncties of ecosysteemdiensten zijn breder gedefinieerd dan datgene wat hier onder natuur als kapitaalgoed valt. Zij omvatten ook baten die direct aan de behoeftebevrediging van consumenten bijdragen, zoals natuur als decor voor recreatie of als bron voor educatie, wetenschap, bewondering, verwondering, schoonheidsbeleving, et cetera. Ook de biodiversiteit van ecosystemen die als zodanig door mensen wordt gewaardeerd (dus de biodiversiteit gezien als output en niet als kenmerk van een ecosysteem) is een consumptiegoed. Bij de natuurfuncties (GEM) en de ecosysteemdiensten (MEA) wordt vaak onderscheid gemaakt in: • Voorzienende diensten of de productiefunctie: productie door ecosystemen van producten, zoals voedsel, bouwmaterialen en (drink)water. Pagina 33
Pagina 35Heeft u een whitepaper, pagegangster of digi gidsen? Gebruik Online Touch: drukwerk online uitgeven.
538 Lees publicatie 209Home