20 5 Ter vergelijking: Voor West Europa is de teruggang van 73% in 1900 naar 40% in 2000 en voor Brazilië van 97% naar 75% (cijfers zijn benaderingen uit eigen aflezing van de figuur 2.1 in Tekelenburg et al., 2009) 18): “Nederland heeft zo’n 85% van zijn oorspronkelijke biodiversiteit verloren.” Als dit waar is, is dit schrikbarend, en zou het meer aandacht verdienen dan het naar mijn weten heeft gekregen. Nadere bestudering (van figuur 6) leert dat deze bewering is gebaseerd op de ontwikkeling van de Mean Species Abundance (MSA) die in Nederland is gedaald van 42% in 1900 naar 15% in 2000 (100% geeft de situatie aan van “een natuurlijke, ongestoorde situatie”, de situatie die, naar ik aanneem, bestond voordat de mens zich vertoonde)5. Mean Species Abundance wordt gehanteerd als maat voor biodiversiteit die, volgens de toelichting in Groene Groei, “het tellen van de soortenrijkdom en het meten van het areaal van natuurlijke ecosystemen combineert en aangeeft wat er resteert van de soortenrijkdom in een bepaald gebied, uitgaande van een natuurlijke, ongestoorde situatie.” Het gaat dus zowel om de soortenrijkdom binnen natuurgebieden als de omvang van die gebieden. Met zo’n 70% landbouwgebied en 13% bebouwd gebied is een MSA van 15% voor Nederland dan niet zo’n verrassend cijfer. Helaas wordt de ontwikkeling voor de wereld als geheel - en daarmee een indicatie van het uitsterven van soorten - niet gegeven. Dus, zoals we niet goed weten hoeveel soorten er zijn (en dit eigenlijk een vrij irrelevante vraag is), weten we ook niet hoeveel soorten jaarlijks uitsterven. Eigenlijk kunnen we alleen aannemelijk maken dat het tempo de afgelopen anderhalve eeuw sterk is toegenomen; schattingen lopen uiteen van tien tot duizend maal sneller dan wat de millennia daarvoor gebruikelijk was. Voornaamste reden is dat, door bevolkingsgroei en technisch kunnen, het beslag dat de mens op de natuurlijke hulpbronnen weet te leggen is geëxplodeerd sinds de Industriële Revolutie in de negentiende eeuw. 2.4 Een richtlijn voor handelen Waarom zo moeilijk doen over de precieze definities? We voelen toch wel zelf aan waar het om gaat. Zoals we in het begin van deze paragraaf aangaven: De aarde die we hebben geërfd, inclusief haar soortenrijkdom, moeten we zo heel mogelijk doorgeven aan de generaties na ons. De kanttekeningen en vragen hierboven doen aan de legitimiteit van dit motief niets af. Maar om te handelen moeten ze onder ogen worden gezien en is precisering nodig. Volledig behoud van alle soorten is ondoenlijk. Wij moeten onszelf beperkingen opleggen. Er liggen concrete, praktische vragen als: Wat moet behouden worden, in welke mate, waar en tegen welke offers? In het eerder genoemde eindrapport van de Taskforce Biodiversiteit wordt aanbevolen “onvoorwaardelijk te kiezen voor het tot staan brengen van het biodiversiteitverlies in 2020. Niet door alles overal te behouden, maar door ervoor te zorgen dat er per saldo geen verder verlies optreedt (No Net Loss)”. Dit lijkt een pragmatische oplossing, met een ingebouwde flexibiliteit die bovendien toepasbaar is op verschillende schaalniveaus. Maar het is moeilijk in te zien hoe dit kan worden geoperationaliseerd. Kunnen soorten, ecosystemen en genen Pagina 27
Pagina 29Scoor meer met een e-commerce shop in uw uitgaven. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijs magazines online.
538 Lees publicatie 209Home