8 Historische context Het particulier natuurbezit stamt al van vele eeuwen terug, met de opkomst van de landgoederen. Deze landgoederen werden in Nederland vanaf de Vroege Middeleeuwen ontwikkeld. Ze bestonden uit een combinatie van verschillende onderdelen waarbinnen nutsgronden aanwezig waren, zoals een huis met tuin en park, eventueel een parkbos, landbouw- en bosbouwgronden en natuurterreinen. Vanaf de 17de en 18de eeuw veranderde de betekenis van het bezit en kwam er steeds meer aandacht voor esthetiek en landschap binnen het terrein van het landgoed. Vanaf de 18de eeuw werden grote en kostbare landschapsparken en parkbossen aangelegd. Landgoederen werden vooral beheerd vanuit de economische waarde die ze hadden. Binnen het economische systeem moesten de kosten voor de aanleg en het beheer van de terreinen opgebracht worden uit de opbrengsten van de overige onderdelen van het landgoed. De unieke waarde van landgoederen ligt dan ook in het bijzondere gebruik van het buitengebied, waarin alle onderdelen ten dienste van elkaar staan. Vanaf het einde van de 19de eeuw was dit economische systeem steeds moeilijker op te brengen door de dalende opbrengsten en de tegelijkertijd stijgende kosten. In de 20ste eeuw leidde dit tot de verkoop van landgoederen aan de begin vorige eeuw opgerichte natuurbeschermingsorganisaties. Particuliere eigenaren, die hun landgoederen en daaromheen gesitueerde natuurterreinen in eigendom hielden, hebben vaak slechts één belangrijk doel met hun bezit: dit als geheel doorgeven aan de volgende generatie. Het natuurbeheer vindt plaats in de geest van het verleden, maar is aangepast aan de huidige maatschappelijke, landschappelijke en economische context. De overheid laat steeds vaker een positief geluid horen ten aanzien van particulier natuurbeheer. De Rijksoverheid pleit er bijvoorbeeld voor om het particulier natuurbeheer een grotere rol te laten spelen in de realisatie van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Met name de rol van boeren wordt hierin belangrijk geacht. Op dit moment zijn er, ondanks de economische omstandigheden, nog steeds voldoende kansen voor natuurbezitters om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de natuur in Nederland. Daarvoor zal men nu een professionaliseringsslag moeten maken in het beheer. Men zal − afhankelijk van de doelstellingen − moeten zoeken naar een goede balans tussen enerzijds een verdere ontwikkeling van de biodiversiteit van het eigen natuurbezit, passend binnen het beleid van Nederland en Europa, en anderzijds een doelmatige ontwikkeling van een financieel gezond natuurbedrijf. Pagina 7

Pagina 9

Interactieve internet archief, deze mailing of mailing is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal maken van euitgaven.

531 Lees publicatie 204Home


You need flash player to view this online publication