80 HOOFDSTUK 3 I RECREATIE EN HORECA hotel 20 Alle toeristische bedrijven van het Engelse Lake District National park hebben een samenwerkingsverband opgezet: The Tourism and Conservation Partnership. Van donaties van deelnemende bedrijven en van gasten zijn talloze projecten gefinancierd. De afgelopen 10 jaar is £1.000.000 opgehaald voor natuurbescherming en onderhoud van toeristische infrastructuur in het gebied. Zie www.ourstolookafter. co.uk. 21 IVN geeft cursussen gastheerschap in Nationale parken voor recreatieondernemers. IVN wil ondernemers informeren over de ontwikkelingen in hun Nationaal park zodat de ondernemers als ambassadeurs van het park kunnen optreden en op de hoogte zijn van wat het park hun gasten te bieden heeft. Het netwerk van recreatieondernemers biedt mogelijkheden voor gezamenlijke arrangementen. De cursus bestaat uit drie theorieavonden, gevolgd door een excursie. Alle ondernemers krijgen een cursuscertificaat en een gevelbordje. Hiermee kunnen ze hun bedrijf kenbaar maken als Gastheer Nationaal park of werken aan een gezamenlijke uitstraling over gebiedsdoelen. Bij deze bedrijven kunnen gasten terecht voor informatie over het Nationaal park en de recreatieve mogelijkheden. Idee achter de cursus is dat de deelnemers zich leren richten op de bezoekers van het natuurgebied en dat daarmee meer geld verdiend kan worden aan de bezoekers via entree, horeca en streekproducten. Zie www.ivn.nl en zoek naar ‘cursus gastheerschap’. 22 De inzet van de InnovatieNetwerk-alliantie STIRR, Stichting Innovatie Recreatie en Ruimte, is om recreatieondernemers mee te laten betalen aan het groene decor dat voor hen omzet genereert. Doel: recreatie en toerisme als gewaardeerde partners bij gebiedsontwikkeling vanuit het gezonde eigenbelang bij een aantrekkelijk landschap. Zie www.recreatieenruimte.nl. 23 Natuurbezitters kunnen routekaarten sponsoren of uitgeven om wandelaars te trekken, fietsers, kanoërs, paardrijders en mountainbikers. Mits het natuurgebied of het landgoed iets heeft waar de bezoekers geld aan kunnen besteden, zoals een winkel of een theetuin. Zo niet, dan kan een natuureigenaar vragen om een deel te ontvangen van de opbrengst uit de verkoop van de routekaarten voor het onderhoud van de mooiste delen op de kaart. CREDIT A T 24 U Betalen voor recreatiediensten. Natuurgebieden en landgoederen zorgen voor veel recreatiemogelijkheden, trekken bezoek en verhogen de waarde van omringende gebouwen. Provincies kunnen via opcenten, gemeentes via toeristenbelasting en OZB en waterschappen via een extra doelheffing een geldstroom op gang brengen richting eigenaren van natuur en landschap. Deze vier heffingen geven overheden dan deels door aan natuurbezitters op basis van gebruik en gemaakte kosten, waardoor zij gestimuleerd worden om de recreant gericht en efficiënt te bedienen. Deze geldstroom kan nog aangevuld worden via beloning voor groene en blauwe diensten uit het budget van provincies. Vooral Overijssel is actief. Die provincie heeft voor de periode 2007-2013 een bedrag van € 50 miljoen vrijgemaakt voor het afsluiten van langjarige (21 jaar) contracten en dienstenbundels. Cofinanciering door gemeenten is beperkt tot 25%, waar 50% de norm is. Een eerste verkenning naar een mogelijke terugvloeiingsregeling hebben eigenaren van landgoederen op de Veluwe en Natuurmonumenten aangegrepen door een gesprek aan te vragen met de gemeente Rheden. De uitkomst kan interessant zijn en anderen aanzetten eenzelfde stap te nemen (een idee van Probos in opdracht van InnovatieNetwerk, beschreven in De Landeigenaar van 3 juni 2011). 25 Een creditcard voor een bepaalde streek. Opbrengsten komen uit de meerprijs van de card en door elke uitgave die met de card wordt gedaan. De creditcard company doneert hieruit een bepaald bedrag bijvoorbeeld aan een Streekfonds. Tevens wordt de cardhouder gestimuleerd om gebruik te maken van de voordelen die de card biedt. Dit zal leiden tot toename van bestedingen in de regio. Dat biedt voordelen voor zowel de terreineigenaren als de toeristisch-recreatieve sector (een idee uit ‘De Veluwe op de balans’, rapport voor de Stuurgroep Eindeloze Veluwe, door Niek Beunders en Mylène van der Donk van Centre for Sustainable Tourism and Transport NHTV Breda, februari 2009). Dit model lijkt op de World Panda Card. Ieder jaar gaat een deel van de winst van deze kaart naar het WNF (Wereld Natuur Fonds), zodat hier sprake is van sponsoring van WNF door Visa. Vanaf 10.000 kaarthouders wordt de kaart interessant voor een organisatie om een dergelijke co-branding aan te gaan. Ook is een gezamenlijke Visa Card met meer partners mogelijk, bijvoorbeeld andere terreineigenaren. De World Panda Card kost € 36,50 per jaar. N N U E R D E H E R E I G G E N N I F A F R E E N H V O Pagina 83
Pagina 85Voor presentaties, online clubbladen en gidsen zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw drukwerk.
527 Lees publicatie 202Home