48 HOOFDSTUK 3 I RECREATIE EN HORECA Frans van Verschuer heeft in de loop der jaren een visie ontwikkeld. “In Mariënwaerdt staan de verhalen centraal. Over instandhouding van het landgoed, de biologische landbouw, over de productie die geheel hier plaatsvindt, van melk tot kaas, van fruit tot jam, van graan tot meel, van vee tot vlees. Als we bijvoorbeeld de jams in een grote fabriek laten maken, kan dat twintig procent goedkoper, maar dan doet dat afbreuk aan het verhaal van dit landgoed. Onze producten worden nu in driehonderd winkels verkocht tot en met de Bijenkorf. De klant moet er vanuit kunnen gaan dat wij er van begin tot eind bij betrokken zijn als er Mariënwaerdt op staat. Anders is je verhaal niet meer geloofwaardig.” Ondanks alle aandacht en tijd leveren de Mariënwaerdtse delicatessen nog geen bijdrage aan de inkomsten van het landgoed. “We zitten in de investeringsfase. Zo willen we nog appelmoes gaan maken, maar de productielijn daarvoor vergt anderhalve ton.” De openheid is groot. Frans baron van Verschuer, directeur van zowel de NSW-bv als van de Exploitatiemaatschappij Heerlijkheid Mariënwaerdt waaronder de commerciële activiteiten vallen, geeft op alle vragen antwoord. Want: “Om draagvlak te krijgen moet je transparant zijn”, heeft Van Verschuer geleerd. “We zijn biologisch sinds 1996. Steeds vaker kregen we vragen van afnemers en klanten die het maar vreemd vonden dat dit landgoed nog met gif spoot en kunstmest gebruikte. De medewerkers moesten in het begin erg wennen aan de omschakeling. In die tijd leerde ik ook mijn vrouw kennen en ze dachten dat het niet goed met me ging. Uiteindelijk zijn alle medewerkers er voor gegaan. Nu zijn ze trots op hun producten. De omschakeling heeft kennelijk ook een psychologisch effect.” Sinds 1981 werkt Frans van Verschuer, die een Engelse landbouwopleiding heeft, als lid van de negende generatie voor en op Mariënwaerdt. “Ik heb de boel nogal overhoop gegooid, met alle extra activiteiten. Maar ik hou vast aan de regel van mijn vader: als mijn voorouders hier terugkomen, moeten ze het kunnen herkennen. Als mijn vader dit niet had gewild, was het nooit gebeurd.” “Veel mensen begrijpen niet waarom we nog grond kopen. Die hebben een beeld van rupsje-nooit-genoeg, omdat wij al zoveel grond hebben. Natuur levert niets op. Bovendien lopen de subsidies terug. Maar wij willen het areaal in stand houden, dus als er ergens iets af moet, compenseren we dat elders. Zo zijn we vier hectare kwijt geraakt aan de verbreding van de A2. Er kwam aan de noordkant 34 hectare te koop waar het Proefstation voor de Binnenvisserij zat.” “Wat vroeger bij het landgoed hoorde, willen we erbij halen. Dat is de tweede reden om grond te kopen. Daarmee ronden we de grenzen af en ontstaat een logischer, compacter en doelmatiger geheel.” Van Verschuer pakt een oude kaart van de muur uit 1664. Die toont het zelfde areaal, afgezien van de boerderij van graaf van Bylandt. “Tenslotte beheren particulieren het land efficiënter en goedkoper dan terreinbeherende organisaties dat doen zoals Natuurmonumenten en het Geldersch Landschap. Begrijp me goed, ik heb niets tegen deze TBO’s. Ze doen heel goed werk en het zou jammer zijn als Natuurmonumenten zou verdwijnen. Maar laten zij zich richten op de pure natuur, zoals zandverstuivingen, kwelders, dan zorgen wij voor het mooie landschap, de landgoederen en de recreatie.” Van Verschuer geeft een voorbeeld. “In noordelijke richting ligt een mooi rivierenlandschap met veel snippers zoals een geïsoleerd liggende griend van 6 hectare die Staatsbosbeheer bezit. Dat kunnen wij makkelijker en goedkoper onderhouden omdat het aan ons gebied grenst. De boswachter van Staatsbosbeheer moet steeds van ver komen.” Om het draagvlak te vergroten, heeft Van Verschuer op Mariënwaerdt een Vereniging van Vrienden opgericht. Beter gezegd: hij heeft dat idee gepresenteerd op een plaatselijke Rotarybijeenkomst. Daar zaten twee mensen die met het idee aan de slag zijn gegaan. “Ik maak zelf geen deel uit van het Vriendenbestuur. Inmiddels telt de Vereniging ruim zeshonderd leden en groeit deze nog steeds onstuimig. Te onstuimig misschien, want bij de laatste familiedag waren drie boten nodig voor een tochtje over de Linge. Ze snoeien, ruimen zwerfafval, verzorgen educatieve dagen, onderhouden de vier wandelroutes die ze zelf hebben aangelegd, kochten van hun geld parkbanken, twee AED’s, verzorgen een eigen website en zitten op Hyves, Facebook en Twitter.” Pagina 51
Pagina 53Voor catalogussen, online gidsen en onderwijs magazines zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw vakbladen.
527 Lees publicatie 202Home