HET NATIONALE park DE HOGE VELUWE interview met Seger baron van Voorst tot Voorst, directeur van Het Nationale park De Hoge Veluwe. ‘Er is geld te verdienen met natuur’ Seger baron van Voorst tot Voorst is sinds 2003 directeur van de stichting Het Nationale park De Hoge Veluwe. En hij weet het zeker: “Met natuur kun je geld verdienen. De Hoge Veluwe doet het met entreekaartjes die zorgen voor 77 procent van alle inkomsten. In 2009 was dat goed voor bijna vier miljoen euro. Ter vergelijking: de personeelskosten bedroegen in dat jaar ruim 2,6 miljoen.” logeert of eet in het Engelse Lake District, dan krijg je een rekening met apart vermeld de mogelijkheid om vrijwillig tien procent extra te betalen voor het onderhoud van het landschap, het zogenoemde ‘opt in, opt out’. Dat geld gaat linea recta naar een landschapsfonds. Zeven van de tien bezoekers betalen vrijwillig dat extra bedrag. Het mooie is dat het de ondernemers niets kost, behalve een administratieve handeling. En in het Italiaanse Nationaal park Abruzzo betalen ondernemers voor een logo op de deur. Bezoekers kunnen dan kiezen voor een hotel of een restaurant dat het park financieel steunt.” “Ons model met entreekaartjes kan in alle nationale parken”, stelt Van Voorst tot Hij noemt twee buitenlandse voorbeelden van geld verdienen met natuur. “Als je Voorst. “Je hoeft alleen niet altijd een hek te plaatsen zoals wij. Het kan op vele manieren. Maak tolwegen van de routes door je park. Of creëer inkomsten via parkeergelden. Als je in Scheveningen naar het strand wilt, betaal je ook een fors bedrag. En waarom vinden we het gewoon om flink parkeergeld te betalen voor een dagje winkelen in Amsterdam en niet voor een dagje natuur en cultuur in de provincie?” “Als Hoge Veluwe willen we steeds voorop blijven lopen. Dat lukt kennelijk, want anderen nemen onze kunstjes over. Voorbeelden? Lokale producten. Wij waren de eerste met eigen wildbraad. Het fenomeen ‘safari’ is hier bedacht. Onze witte fietsen zijn nageaapt door diverse gemeenten. Maar wij doen het zonder belastinggeld”, voegt Van Voorst tot Voorst er grijnzend aan toe. De Hoge Veluwe laat zich voor de inkomsten inspireren door Amerikaanse voorbeelden. “Amerikanen denken heel commercieel over hun nationale parken: ‘Haal bezoekers het park in en schud ze leeg.’ Daarvoor moet je ze naar het hart van het gebied halen. Dat doen wij hier ook. De meeste nationale parken in Nederland zetten hun bezoekerscentrum aan de rand. Wij gaan juist het centrumgebied versterken, een flinke ontvangstruimte bouwen zodat we ook grote groepen kunnen ontvangen, zoals scholen. Als mensen daar eenmaal zijn, kunnen ze via een route van vier kilometer alle aspecten van het Veluws landschap zien, ook met rolstoel en kinderwagen. Maar ze kunnen ook naar het Jachthuis Sint Hubertus, Natuurmuseum Museonder, KröllerMüller Museum, de parkwinkel en het restaurant. Het ‘Totaalplan 2010-2020 Investeren in ruimtelijke ontwikkeling en kwaliteit’ omvat ook een sterke zonering van druk via rustig tot stil. We halen fietsers en auto’s verder uit elkaar. We gaan asfalt weghalen zodat automobilisten nog sterker het gevoel krijgen dat ze buiten zijn. Asfalt blijkt een barrière voor diverse dieren. Asfalt kan heel warm worden en de opstijgende lucht maakt het oversteken moeilijk voor vlinders. Koudbloedige dieren, zoals de hazelworm, gaan er liggen zonnen en worden nogal eens overreden.” 37 APELDOORN ARNHEM A50 A50 A12 N310 N304 Pagina 40

Pagina 42

Scoor meer met een online winkel in uw tijdschriften. Velen gingen u voor en publiceerden clubmagazines online.

527 Lees publicatie 202Home


You need flash player to view this online publication