IN VOGELVLUCHT ––––– In 2010 bereikt Nederland het huidige peil van 10% bos, oftewel 360.000 hectare, waarvan 45% in particulier bezit. ––––– Na jarenlange lobby gaan in 2009 de waterschapslasten van natuurterreinen omlaag van € 24 naar € 3 per hectare. Maar de Unie van Waterschappen wil die daling in 2013 weer terugdraaien, zeker in gebieden met productie, bijvoorbeeld met grote grazers, omdat het om landbouw zou gaan. De Unie beschouwt natuur waar gegraasd of gemaaid wordt als landbouw met het daarbij behorende waterschapstarief. Het Bosschap meldde begin 2012 al enige tijd in overleg te zijn met de Unie om de verlaging van de waterschapsheffing op natuurgrond in stand te houden. ––––– De snelle daling van het aantal boeren biedt kansen voor landgoederen. Het aantal agrarische bedrijven neemt de laatste jaren gestaag af, van ruim 97.000 in 2000 naar 72.000 in 2010, een afname van 25.000 of ruim 25%. Het landbouwareaal neemt af met slechts 5%. Dit betekent dat veel boerderijen vrijkomen, wat landgoederen met stoppende boeren mogelijkheden biedt voor extra inkomsten uit verhuur en erfpacht aan nietagrarische bewoners. ––––– Nieuwe berekeningen van het Landbouw-Economisch Instituut (LEI) tonen dat de verliezen van particuliere bosbedrijven vanaf 2011 oplopen tot € 10.000 per jaar, uitgaande van een gemiddelde omvang van veertig hectare. Het LEI rekent voor het eerst vermogenskosten mee. De jaarlijkse bedrijfseconomische kosten voor het vermogen in grond en gebouwen komen op € 165 per hectare, gebaseerd op een gemiddelde prijs voor bosgrond van € 11.000 per hectare (tegen landbouwgrond van € 40.000) en een gemiddeld rentepercentage van 1,5% dat LEI Wageningen UR over 2003-2007 voor landbouwgrond gebruikt. Samen resteert een negatief bedrijfseconomisch resultaat van € 200 per hectare. Daarbij opgeteld de daling van de beheersubsidie, van Programma Beheer naar SNL (Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer), van gemiddeld € 40, neemt het tekort toe tot ruim € 240 per hectare. ––––– Het Nederlandse bos legt 1,36 miljoen ton CO2 vast per jaar, wat evenveel is als de uitstoot van 280.000 huishoudens. De houtvoorraad bedraagt 52 miljoen m3 bossen tellen 20 boomsoorten, 400 soorten hogere planten en ruim honderd diersoorten. Aldus de Balans voor de Leefomgeving 2011. ––––– 25 Als gevolg van de geringe winstmogelijkheden verlagen particuliere boseigenaren de houtoogst. Van de bijgroei wordt jarenlang maar 55% geoogst. De kosten worden nauwelijks gedekt door de opbrengst. Bovendien bestaat ongeveer de helft van de inkomsten uit subsidie, en die komt ook zonder oogsten binnen. Landgoedeigenaren maken weinig gebruik van manieren om hun bedrijfseconomisch rendement te vergroten door het vormen van dienstencoöperaties of het uitbesteden van bosbeheer en houtoogst in full service-contracten zoals van Bosgroepen, Boswinst en Parenco Hout. Alleen bezitters van grote arealen bos slagen erin positieve bedrijfsresultaten te behalen. Boven 250 hectare blijkt over een meetperiode van dertig jaar de gemiddelde winst € 10 per hectare bos; daaronder komt het verlies op gemiddeld € 75 per hectare. Ook recreatie, jacht en wildbeheer blijken soms rendabel als het boscomplex maar groot genoeg is. Natuurbezit is altijd verlieslatend. In 1970 slaat het Bosschap alarm over financiële problemen van particulieren. Daarop reageert het rijk in 1977 met de Beschikking Bosbijdragen. Eigenaren moeten een beheerplan maken en dat laten goedkeuren door Staatsbosbeheer. Op grond van dat beheerplan wordt een vaste subsidie per hectare vastgesteld. Daarnaast krijgt de eigenaar het aanbod van gratis arbeid uit sociale werkplaatsen. Maar de rentabiliteit blijft onbevredigend: particulieren verkopen hun bezit in groten getale, vooral aan overheden en terreinbeherende organisaties (TBO’s). Alle ontwikkelingen samen leiden tot een halvering van het aantal particuliere landgoederen sinds de jaren zestig. De meeste komen in handen van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en provinciale Landschappen. De daling lijkt sinds 1993 te stabiliseren. Het aantal particuliere landgoederen daalt dan nog licht, van 1.478 naar 1.250, maar de totale omvang blijft stabiel op 59.000 hectare, omdat de gemiddelde grootte per landgoed omhoog gaat. Als gevolg van rijksbezuinigingen vanaf 2011 lijkt een nieuwe verkoopgolf ophanden, maar nu van de terreinbeherende organisaties. Ze krijgen, net als particulieren, een grote daling van subsidie-inkomsten te verwerken. Zij zullen zich naar verwachting concentreren op het beheer van grootschalige natuur. Denkbaar is dat zij een deel van hun vastgoed afstoten. Het rijk dwingt Staatsbosbeheer om alle natuur buiten de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te verkopen. Particulieren tonen selectief interesse, namelijk voor bos en natuur met ontwikkelmogelijkheden, dat wil zeggen: een inkomstenbron zoals een woning om te verhuren of in erfpacht te geven. Als particulieren minder subsidie krijgen, zullen ze waarschijnlijk bezuinigen op het onderhoud, blijkt uit de interviews in het volgende hoofdstuk. Slechts een enkeling overweegt verkoop. Anderen spreken hun interesse uit voor de koop van een landgoed. miljoen m3 per jaar. Daarvan wordt jaarlijks 55% geoogst, te weten 1,2 miljoen m3 . De jaarlijkse bijgroei komt op 2,2 . Nederlandse Particulieren, klein en groot samen, bezitten bijna de helft van het Nederlandse bos: 13% is klein bezit van buitenlui; de particulieren met meer dan vijf hectare bezitten 32%. Samen is dat 45%. Het bosbezit blijkt sterk versnipperd: 83% van alle bosbezit is 0,5 tot 5 hectare groot. Het Kadaster telt in 2009 in opdracht van de stichting Landschapsbeheer Nederland 168.330 buitenlui met bos, natuur, weides, tuin en erf, die samen 272.144 hectare bezitten. In vergelijking met grote en omringende landen scoort Nederland laag met particulier bosbezit. Vergeleken met 1979 steeg in zeven landen het aandeel particulier bosbezit. In Nederland en België daalde het aandeel juist. In Frankrijk lijkt de stijgende trend te stabiliseren op 72%. Het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer SNL hanteert vanaf 2012 een tarief van 75% in plaats van 84% als vergoeding van de nettokosten voor bosbeheer. Dat is een daling sinds 2009 onder het Programma Beheer van € 57 voor het basispakket en € 78 per hectare voor het pakket bos met verhoogde natuurwaarde tot € 9 à € 16 per hectare. Bovendien gaan inkomsten uit het bos af van de subsidie. De effecten van deze subsidiedaling dalen verspreid neer over de komende jaren vanwege veelvoorkomende zesjarige contracten. Pagina 28
Pagina 30Scoor meer met een e-commerce shop in uw presentaties. Velen gingen u voor en publiceerden studiegidsen online.
527 Lees publicatie 202Home