140 HOOFDSTUK 3 rijp tot groen, van bestaande inkomstenbron tot inspirerende gedachte. Of een nieuwe inkomstenbron een succes wordt, hangt in belangrijke mate af van degene die er aan trekt. VERDIENMODELLEN IV OOGSTEN UIT DE NATUUR Onderstaande verdienmodellen zijn gerangschikt van 1 Delfstoffenwinning zoals klei, zand en grind genereert middelen, die de grondeigenaar kan inzetten voor natuurontwikkeling. Zie Cascade vereniging zand- en grindproducenten, www.cascade-zandgrind.nl. Zie ook Ark en project Grensmaas, www.ark.eu/ ark/natuurontwikkeling/maatschappelijke-motoren/delfstofwinning. 1A Bezitters van gronden in de uiterwaarden kennen al langer de winning van klei als inkomstenbron. De ‘InspiratieAtlas WaalWeelde’ van Rijkswaterstaat en InnovatieNetwerk uit 2007 verkent de potentie van de ‘kleimotor’ voor de Waal, onder andere door consultatie van enkele vertegenwoordigers uit de delfstoffensector. De voorraad keramische klei, geschikt voor de baksteen- en dakpanindustrie, bedraagt 10 tot 12 miljoen kubieke meter. Uitgaande van een gemiddelde laagdikte van 1,5 meter, betekent dit dat er via reliëfvolgend ontkleien langs de Waal tussen 666 en 800 hectare uiterwaard kan worden afgegraven. Daarbij moet wel de marktvraag worden gevolgd en vergt het afgraven vele jaren. Niettemin laten diverse voorbeelden, onder andere Millingerwaard en Gandelwaard, zien dat het in de praktijk mogelijk is om de aankoop en inrichting als natuurterrein uit de kleiwinning te dekken. Bij de financiering kan ook het Programma Ruimte voor de Rivier van Rijkswaterstaat een rol spelen. Een voorbeeld biedt de Stichting Landgoed Linschoten die voor de Stiftsche Waarden langs de Waal bij Varik een overeenkomst heeft gesloten met de steenfabriek Zennewijnen van het Oostenrijkse Wienerberger. De steenfabriek mag alle klei in deze uiterwaarden winnen tot op het zand. Zo komt de oude nevengeul terug. Rijkswaterstaat graaft, met geld van het plan Ruimte voor de Rivieren, twee verbindingen van de nevengeul met de rivier. Dat leidt tot een grotere capaciteit van de Waal bij hoog water. De vijftig hectare fabrieksgrond krijgt de Stichting gratis, naar verwachting in 2025. 1B Ook zand kan een interessante oppervlaktedelfstof zijn voor grondeigenaren. Wil zandwinning renderend zijn, dan moet er ruwweg in een gebied van 30 hectare tot een diepte van 25 meter zand gewonnen kunnen worden. Bovendien is het een zaak van lange adem: van voorbereiding tot afwerking neemt het proces al gauw vijftien jaar in beslag. De eigenlijke werkzaamheden vallen weer mee. Na vijf tot tien jaar is de aannemer klaar. Ook is het niet zo dat er al die jaren sprake is van een litteken in het landschap: alleen waar de zandzuiger aan het werk is, is er iets van te merken. Waar het werk klaar is, wordt het landschap nieuw ingericht achtergelaten. De verdiensten hangen af van de zandsoort en de terreinomstandigheden. 2 Houtproductie is in veel bossen, zeker de kleinere bezittingen, al decennia een marginale activiteit, maar er zijn positieve trends. De vraag naar biomassa voor de opwekking van energie en voor andere toepassingen groeit. Snoeiafval en dunningshout kunnen daardoor te gelde worden gemaakt, dus steeds meer delen van de boom. Diverse deskundigen bepleiten andere vormen van bosbeheer inclusief eindkap, met productievere soorten als Douglas, fijnspar en lariks waardoor houtproductie weer een aantrekkelijke inkomstenbron wordt. 3 Enkele landgoederen maken en verkopen eindproducten met een grotere marge dan op de grondstof hout. Zo specialiseert Welna BouwHout bv op het gelijknamige Veluwse landgoed zich in houtstapelbouw. Na een pilot kocht Welna in 2005 voor € 120.000 een volautomatische frees, waarmee balken tot negen meter lang nauwkeurig kunnen worden geproduceerd met gleuven en gaten. Die balken vormen vloeren, muren en daken van kantoren en woningen. Ontwerp en afwerking gebeurt door lokale bedrijven, waarbij Welna eigenaar blijft van het hout, zodat alleen Welna het FSC-certificaat hoeft te hebben. Inmiddels komt het hout niet meer alleen van het eigen landgoed, maar ook van Staatsbosbeheer en handelaren. Welna richt zich op grootschalige houtstapelbouw en concurreert dus niet met producenten van tuinhuisjes. Om als landgoed de NSW-status te behouden, is voor deze activiteiten een aparte bv opgericht, waaronder ook een webwinkel valt in houtproducten, zoals nestkastjes, vogelvoederpalen, naamplaatjes en ornamenten. Deze producten komen uit een werkplaats op Welna voor mensen met een verstandelijke beperking. Zie: www.bosgroepen.nl/media/File/Nieuwsbrief/ NB%2035%20www.pdf Het Landgoed Maarsbergen heeft plannen voor een webwinkel met houten producten als speelgoed en potloden. 4 Het Gelders Particulier Grondbezit importeert een vergasser uit de VS die tak- en tophout kan verwerken tot gas, elektriciteit én restwarmte. Deze Gasifier Experimenter’s Kit (GEK) weegt slechts 300 kilo en ook zijn omvang van ongeveer 1 kubieke meter maakt hem mobiel. Vanaf 2012 wordt de GEK op het terrein van een van de particuliere grondbezitters getest op de vraag welke houtsoorten de beste prestaties leveren. Volgens Gijs van Heemstra, bestuurslid van het Gelders Particulier Grondbezit, komt de kwaliteit van het gas dicht in de buurt van aardgas en kan het dus worden benut om de eigen gebouwen te verwarmen. Bij overproductie kan het gas aangepaste auto’s van brandstof voorzien De restwarmte uit de GEK kan gebruikt worden om hout te drogen. Zie www.gpg. nl en www.rgv.nl. Pagina 143

Pagina 145

Heeft u een onderwijsmagazine, digitaal bladeren of e-publicaties? Gebruik Online Touch: mailing online bladerbaar publiceren.

527 Lees publicatie 202Home


You need flash player to view this online publication