Na het invullen van een volstrekt onbegrijpelijk formulier ontving ik na 10 weken een bevestiging dat dit wanproduct goed was ingevuld. Nog eens 10 weken later kwam de subsidietoezegging. Ik bestelde de panelen en binnen 2 weken waren ze geleverd en gemonteerd. De lokale netbeheerder Liander had echter nog 15 weken nodig om een verkeerde productiever te monteren en CertiQ nam 3 weken om een eenzijdig juridisch contract met een fikse aansprakelijkheidsclausule door te sturen. Allemaal onbereikbare instanties die na 5 keer doorklikken ons mededelen dat alle medewerkers in gesprek zijn. Tja, met elkaar, denk ik dan! Het zijn vriendelijke mensen die vooral “dank u wel voor het wachten” kunnen zeggen maar ook niet veel meer dan dat. Ze moeten de kennis van de nog spaarzaam aanwezige kundige medewerkers overbrengen en het resultaat laat zich raden. Je voelt je als klant wanhopig. Behalve bij Liander waar ik de vertragingen en de gemonteerde foute productiemeter maar weer eens aankaartte. Zo’n gesprek leidt van beide kanten tot een zekere irritatie omdat je als klant toch niet geholpen wordt en de juffrouw je toch niet kan helpen. Liander blijkt een bedrijf dat de klant vriendelijk uitlegt dat een aanvraag 13 weken duurt omdat de afdeling montage moet worden gewaarschuwd. Dertien weken voor het informeren van een andere afdeling, vroeg ik met lichte ironie waarop de juffrouw onverwacht kwaakte.….. “schei nou eens uit, ouwe brombeer. Het zonnetje schijnt en dat wil je toch voor je zonnecelletje”. Humor en verontwaardiging streden om de voorrang maar ik schoot in de lach om de koddigheid van dit gesprek. ‘Sense of urgency’, kwam bij me boven, denkend aan de bolle buik van de AER-voorzitter, kennelijk wordt dit van hoog tot laag niet gevoeld. Nadat het gesprek beëindigd was liep ik met gemengde gevoelens naar de meterkast waar de Soladin-inverters knipperend stonden te grommen om de zelfopgewekte stroom in het net te persen. Hoezo, oud, dacht ik verontwaardigd. Een jonge god van 64 jaar. Hoezo, oud? EEN MAN, EEN PLAN EN EEN RAMP Maar louter economisch gezien is een dergelijk activiteit voor Europa zowel een zegen als een ramp. De bewerkte olie wordt voor transport en verwarming in de totale keten maar voor circa 1020% nuttig gebruikt. Dat betekent dat we van elke geïmporteerde ‘barrel’ 80% of meer weggooien waardoor de oliehaven economisch dus eigenlijk een gapend continentaal gat is. En ook voor een duurzame samenleving zijn de geïmporteerde en gedistribueerde ‘barrels’ het paard van Troje. Op een managementcursus in Genève heeft een Indische goeroe mij geleerd om anders naar de dingen in het leven te kijken. We spraken over ‘managing’, een tak van sport die je snel oud maakt. Hij vroeg mij, met glimoogjes boven een grijze baard, om vanuit die context het woord ‘managing’ nog eens te bezien maar het kwartje viel niet. Het is een simpele verschuiving: ‘managing’, ofwel ‘de veroudering van een mens’. Het kwam weer bij me boven toen we afgelopen maand een debat voerden over de ‘paradox van een duurzame haven”. Anders naar de dingen kijken, dacht ik, terwijl de havenbaronnen genoegzaam hun oogkleppen poetsten als waren het de gouden oorijzers van het vrouwtje van Stavoren. Europoort Kringen, september 2009. 24 De Rotterdamse haven is een juweeltje, de “via regia” voor goederen naar en van Midden-Europa en we zijn er trots op. Het is goed voor vele arbeidsplaatsen en daar waar we toegevoegde waarde kunnen creëren door de goederenstroom te bewerken (zoals ruwe olie naar brandstoffen, polymeren en chemicaliën) verdienen we er goed geld mee. gronds opslaan. Want doorgaan op de oude voet betekent dat de ‘Gouden Poort’ van Europa net als die van Jeruzalem op termijn zal worden dichtgemetseld. Een dergelijk slag naar duurzaamheid is niet eenvoudig te maken maar het kan. Een mooi voorbeeld is de glastuinbouw in Nederland. Glastuinbouw en duurzaamheid leken net als bij de haven een paradox. Maar de oplossing is even elegant als verbluffend als je maar anders naar de dingen durft te kijken. Als we nadenken over een ‘duurzame haven’ dan zullen we dat vanuit een totaal nieuw concept moeten doen. Een concept dat recht doet aan het havenbestaan in een duurzamere wereld, dat meer toegevoegde waarde creëert en dat blijvend hoogwaardig werk schept voor de toekomst. Geen incrementele verbetering met wat efficiënter gebruik van energie of CO2 afvangen en onderDe glastuinbouw was een energieslurper van jewelste, maar dat kon en mocht want het aardgas werd feitelijk geconverteerd in tomaten en die brachten economisch meer op dan het gas. Toen kwam de fase van de warmtekracht koppeling (wkk) met een tweede product naast de tomaten, namelijk elektriciteit. De restwarmte en CO2 25 Pagina 13

Pagina 15

Scoor meer met een web winkel in uw boeken. Velen gingen u voor en publiceerden boeken online.

528 Lees publicatie 201Home


You need flash player to view this online publication