ALLE BEGRIPPEN VLOEIBAAR Ding/proces – Wie het vergrootglas legt op een willekeurig product, ontdekt een proces; wie ver genoeg doorkijkt, ontdekt vastomlijnde entiteiten. Feit is dat de werkelijkheid altijd in beweging is en dat de meest effektieve manier van ontwerpen eruit bestaat aansluiting te zoeken bij bestaande vormen en processen. De planoloog is onderdeel van het proces. Een succesvol project verandert ook hemzelf. Wie na een loopbaan niet terugkijkt op een procesmatig landschap, heeft niet geleefd. Utopie/realiteit – Utopia betekent ‘nergensland’. Maar dat nergens slaat hooguit op de fysieke realiteit. Utopische vergezichten zijn onmisbaar als ‘strange attractors’: magneten die we in de toekomst projecteren in de hoop en verwachting dat ze ons aantrekken in wenselijke richtingen. Als de plaats een proces is, dan is de socio-economisch-ecologische werkelijkheid van planologen een spel van vectoren. De gedachte van een wensbeeld is van vitaal belang om richtingen te bepalen en in te zetten. Zonder impliciete of expliciete utopie geen sense of urgency. Input/output – Inzicht der inzichten: het denksysteem zelf is input en output. Uitdagingen der uitdagingen: over deze schaduw springen, zodanig dat je wat je doet er daadwerkelijk toe doet. Vele andere begrippenparen zijn denkbaar. De boodschap is helder: onder het filosofische vergrootglas worden ze alle vloeibaar. Dat wil echter niet zeggen dat ze daardoor minder bruikbaar worden. Integendeel: niets zo dankbaar als een vloeibaar begrip. Om te zien hoe open plaatsen en een open toekomst samen kunnen hangen, zijn ook open begrippen nodig. Op de achtergrond sluimert een specifieke visie op wat taal is. Taal bestaat niet zozeer uit begrippen die verwijzen naar dingen 53 Pagina 54
Pagina 56Scoor meer met een webwinkel in uw edities. Velen gingen u voor en publiceerden handleidingen online.
515 Lees publicatie 192Home