HET MONSTERLIJKE 4 De sfeer als zin van zijn Tachtig jaar na Zijn en tijd legde het Duitse enfant terrible Peter Sloterdijk de vinger op een blinde vlek in Heideggers denken. Sloterdijk beweerde in diverse publicaties dat Heidegger op zijn beurt leed aan een zogenaamde ruimtevergetenheid.9 Heidegger opende volgens hem wel de ogen voor het fundamentele in-de-wereld-zijn van de mens, maar verzuimde om de essentie van de ruimte te doorgronden. In zijn ambitieuze Sferen-trilogie (1998-2004) wil Sloterdijk alsnog in beslissende mate oprukken in het terra incognita van het denken over ruimte. Hij introduceert daarvoor het begrip sfeer. Een sfeer is te zien als een eiland van betekenis of cultuur, omringd door een per definitie betekenisloze natuur. Die fundamentele betekenisloosheid noemt Sloterdijk het ungeheuere, het monsterlijke. De cruciale filosofische vraag luidt daarmee: ‘Waar zijn wij als wij in het monsterlijke zijn.’10 Toegegeven: zijn duiding van het ungeheuere is even wennen en stuit misschien menigeen tegen de borst. Dat doet echter niets af aan de kern van zijn analyse. De menselijke drive om de natuur te onderwerpen, aldus Sloterdijk, is te duiden als een veldtocht tegen het betekenisloze: waar geen betekenis is, moet betekenis komen. Met dien verstande dat iedere sfeer – vooral ook die van economie, politiek, cultuur en religie – is te begrijpen als een immuunsysteem dat ons tegen dat ijzingwekkende buiten moet beschermen. De sfeer maakt als het ware een radicaal onderscheid tussen binnen en buiten. Binnen de sfeer heerst veiligheid en betekenis, buiten heerst betekenisloosheid. 9 Zie Peter Sloterdijk, Sphären I, Blasen, blz. 337. Dezelfde tekst is te vinden in Peter Sloterdijk Nicht gerettet, Versuche nach Heidegger, blz. 397. 10 Zie Sphären I, 644. 28 Pagina 29
Pagina 31Voor PDF's, online catalogi en whitepapers zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een web winkel in uw edities.
515 Lees publicatie 192Home