maar nog niet altijd wordt er uitgeweken naar vissersschepen. De vraag ernaar wordt sterker naarmate het aantal activiteiten op zee toeneemt en de prijzen van concurrerende schepen stijgen. Bij dit groeiende aanbod van projecten blijken de reguliere onderzoeksschepen niet altijd snel ingezet te kunnen worden; de kleine vloot aan publieke onderzoeksschepen is door overheidsbezuinigingen immers zo efficiënt mogelijk ingepland voor de lange termijn. Dit heeft de laatste jaren geleid tot het uitwijken naar vissersschepen en andere schepen voor de meer ad-hoc ecologische studies. ‘Nationale FPAL’-concept Om deze ontwikkeling meer te stroomlijnen, zou gedacht kunnen worden aan het opzetten van een centraal matchmaking-systeem dat de verhuur van schepen vereenvoudigt en uitbreidt. Een eerste stap hierin zou het in kaart brengen van vraag en aanbod zijn. De vraag naar schepen en experts is niet noodzakelijkerwijs beperkt tot Nederland. Een quickscan geeft de volgende lijst met potentiële opdrachtgevers: 1. Nationale overheden: Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (Min. EL&I) 2. Rijkswaterstaat 3. Regionale overheden: Waterschappen 4. Onderzoeksinstituten: • NL: Wageningen IMARES, NIOZ, Deltares • BE: Het Vlaams Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) • DK: Het instituut voor aquatic resources (DTU-Aqua) 5. Onderzoeksafdelingen binnen grotere bedrijven (havendiensten, olie & gas-concerns, energiebedrijven) 6. Consultancybureaus zoals Bureau Waardenburg, Witteveen & Bos, ATKB. Deze bureaus zijn redelijk tot goed bekend met de visserij. 7. NGO’s. Samenwerking op het gebied van dataverzameling. Dit kan ook leiden tot relatieverbetering. De activiteiten die uitgevoerd kunnen worden, zijn vaak gerelateerd aan het vissen zelf: bij ecologisch onderzoek brengen de meereizende wetenschappers extra kennis mee aan boord en andersom is het heel verhelderend om via vissers meer inzicht te krijgen in specifieke kennis van hun visgronden. Grofweg zijn de activiteiten onder te verdelen in de volgende typen: 1. Bodemkartering; 2. Inspecties (Remote Operated Vehicles en/of duiken); 3. Hydrografisch onderzoek; 4. Ad-hocvisserijonderzoek (bijvoorbeeld naar de plotselinge toename van blauwe wijting in een bepaald gebied). Dit in tegenstelling tot de meer gestandaardiseerde surveys zoals eerder beschreven; 5. Bodemonderzoek. Het gaat dan om fysieke monsternames van bodemmateriaal; 6. Vogel- en zeezoogdierenonderzoek. Dit omvat meestal tellingen of het zenderen/taggen van dieren; 7. Vuilopruiming en watervervuilingsonderzoek. (bron: www.imr.no) Pagina 32
Pagina 34Interactieve e-brochure, deze relatiemagazine of catalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online maken van emaandbladen.
488 Lees publicatie 176Home