het snel kunnen reageren in de weg van punt 3, omdat anders bij alle voorstellen weer door alle partijen moet worden afgestemd. 37 5.3.2 Geld Bij de introductie van het concept bij de gemeenten worden het concept zelf, een werkende interactieve website toegespitst op de buurt en de inzet van de projectleider aangeboden. Regelmatig kwam dan ook de vraag boven of er ook middelen beschikbaar werden gesteld voor eventuele herinrichting of uren van professionele medewerkers. Dat geld wordt niet geboden en misschien is dat ook krachtiger om de intrinsieke waarde van het concept voor de buurt te beoordelen. Een nadeel was dat het daarmee moeilijker was om pilotgemeenten te vinden. Het nadeel nu is dat er bij de pilotgemeenten middelen vrijge­ maakt moeten worden voor het verduurzamen van het concept binnen de gemeente. De twee belangrijkste spelers in de pittige pilotwijken in Amsterdam en Almere zijn de (deel)gemeente en de woningbouwcor­ poraties. In de media laat zich lezen dat beide momenteel financiële zorgen hebben. De betrokken partijen onderzoeken daarom op dit moment waar het concept belegd kan worden en hoe zij daar midde­ len voor vrij kunnen maken. Het resultaat daarvan kan alle kanten opgaan. “Geen geld” heeft echter ook bepaalde voordelen: • Als er voor het concept gekozen wordt, dan wordt ook duidelijk de meerwaarde voor de wijk ervan ingezien. • Als gemeente en/of de woningbouwcorporatie er zelf geld instop­ pen voor het beschikbaar stellen van uren van professionals en de evt. herinrichting van de openbare ruimte, is de motivatie ook groter om het concept te doen slagen. • Tijdelijk extern geld zou het verduurzamen moeilijker kunnen maken, omdat dan de verleiding wellicht groot is om de herinrich­ ting plaats te laten vinden los van de voortgang van het concept. Samengevat: “Geen geld” maakt het lastiger, maar ook bewuster en duurzamer. Maar het kan de start of voortgang van het concept ook onmogelijk maken. 5.3.3 De website De site is erg goed opgezet, met vele interactieve functionaliteiten en een aantrekkelijke vormgeving, maar moet opboksen tegen gevestigde sociale media voor kinderen zoals Hyves, Twitter en YouTube. Ook Facebook wordt al door de kinderen genoemd. De inzet van sociale media bij de participatie van kinderen bij de inrichting van de open­ bare ruimte t.b.v. buitenspel zou ook via bestaande geaccepteerde media kunnen. Die media zouden met de functionaliteiten van WijkenvoorKinderen.nl verrijkt kunnen worden. Daarvoor zou contact met bijvoorbeeld Hyves gelegd kunnen worden, die al het thema “scholen” heeft met de nodige functionaliteiten. Pagina 44

Pagina 46

Heeft u een mailing, page flip of eonderwijs catalogi? Gebruik Online Touch: onderwijsmagazine online op uw website plaatsen.

486 Lees publicatie 174Home


You need flash player to view this online publication