• De tekeningen schetsen een beperkt scala van mogelijkheden, • • waarbij toestellen de hoofdrol spelen i.p.v. de kinderen zelf. Er wordt een keuze gemaakt op basis van het aantrekkelijkste plaatje, terwijl bij “WvK” de bron wordt onderzocht: wat doen kinderen het liefste en hoe kun je dat het beste faciliteren? Niet alle kinderen hebben toegang tot internet en vooral de jong­ sten met toegang zullen moeite hebben om de tekening te vertalen naar hun wensen. 31 Het vereist heel wat inzet om de ingeburgerde aanbodgerichte focus op speeltoestellen te veranderen in een vraaggerichte aanpak zoals “WvK”, waarbij de buitenspeelbehoeften van de kinderen leidend zijn en de wijkprofessionals die zo goed en snel mogelijk faciliteren en communiceren. Het zou m.i. leiden tot een duurza­ mere betrokkenheid van kinderen en hun wijkgenoten, en een effectievere inzet geven van schaarse middelen. Kortom: het kost meer moeite, maar levert ook meer resultaat op. 3. “Kinderen spelen geen rol”: Het gebeurt ook nog dat kinderen, en soms ook jongeren en volwassenen, geen enkele rol spelen in beslis­ singen die de openbare ruimte betreffen. Het zijn dan slechts bestuurlijke belangen en processen. Met het concept van “WvK” wordt dieper op de behoeften van buitenspel van de kinderen ingegaan. Het proces is tijdrovender en intensiever dan gangbare methodes zoals het kiezen uit drie teke­ ningen van leveranciers van speeltoestellen. Het fysieke resultaat kan daarbij soms gelijk zijn, maar het proces levert veel meer betrokkenheid op van de buurt en een minder grote tegenstelling dan die vaak bestaat tussen gemeente en bewoners. Een intensief en positief participatieproces zoals dat van “WvK” heeft zeker meer­ waarde en is nieuw voor de pilotwijken, waar in sommige gevallen de stem van kinderen helemaal niet gehoord werd. Ad 3: Op dit moment is het nog te vroeg om op te schalen. De pilots lopen net en de verdere resultaten op het gebied van (her)inrichting van de openbare ruimte zullen op zijn vroegst pas in de loop van 2011 zichtbaar worden. Er zijn echter positieve signalen die de moeite waard zijn om op te reageren. Als er in de nabije toekomst meer bewijslast en concrete resultaten zijn, is het m.i. de meest logische weg om samen met grotere organisaties op het gebied van kinderen, buitenspelen en leefbaarheid het concept verder uit te bouwen en eventueel te combi­ neren met andere initiatieven, het liefst die waar ook geld achter zit en de nodige invloed. Te denken valt dan aan de VNG, Aedes, Jantje Beton, de NUSO, TNO Gezond Leven en het netwerk Childfriendly Cities. En in plaats van deze overkoepelende organisaties kunnen de pijlen ook gericht worden op een grote stad of woningcorporatie. De organisaties van Johan Cruijff en Richard Krajicek hebben een verge­ lijkbare doelstelling als “WvK”, maar richten zich nu nog alleen op het aanleggen van veldjes. Begeleidende financiering voor zelfstandige uitvoering van het concept “WvK” is ook een optie. Ook de stichting “de Bakkerij” is een mogelijkheid. Zij denken erover om een sport- en buitenspelvariant te ontwikkelen op hun bestaande projecten met kinderen die meer gericht zijn op “schoon, heel en veilig”. Er zijn al Pagina 38

Pagina 40

Voor vakbladen, online cursussen en onderwijs catalogussen zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw tijdschriften.

486 Lees publicatie 174Home


You need flash player to view this online publication