30 nigingen en minder projecten en actoren i.p.v. nóg een initiatief. Ik kan echter stellen dat het kenmerkend is dat vanuit de probleemwijken de grootste vraag naar het concept komt. Het concept en de focus op kinderen werken verbindend en maken het mogelijk voor partijen om over hun eigen belangen heen te kijken. In alle vier de pilotwijken is er sprake van een beginnende verschuiving van focus. Het meest concre te resultaat op het gebied van de herinrichting van de openbare ruimte is het Lideweidepad in de Gulden Winckelbuurt. Daar blijkt het mogelijk om met steun van de twee belangrijkste actoren (gemeente en woningcorporatie) snel en met een intensieve tweewegcommunica tie zowel het participatieproces, het ontwerp als de uitvoering binnen een half jaar uit te voeren. En ondanks verschillen van inzicht, gebeurt dit tot tevredenheid van alle betrokkenen. Het concept is een zaak van de lange adem omdat het lang duurt voordat de belangen van kinderen voor vol worden aangezien. Een looptijd van enkele maanden tot een half jaar is veel te kort om een volledige verschuiving in attitude, denken en processen te realiseren. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik de afgelopen maanden al eerste stappen daartoe heb kunnen zetten. Blijven herhalen en meedenken met de actoren vanuit “WvK” kan meer goeds voor de wijken doen en bewijs kracht voor het concept opleveren. Weerstand jegens het concept (zie eerder) en “bemoeienis van buiten” moeten langzaam, herhalend en vriendelijk omgebogen worden. Ad 2: Tijdens de acquisitie van de pilotwijken en de uitvoering van het concept in de afgelopen maanden zijn verschillende gemeenten de revue gepasseerd. Om het innovatief gehalte van “WijkenvoorKinderen” in te schatten is het dus goed om duidelijk de gangbare methode(s) van betrokkenheid en zeggenschap van kinde ren bij de inrichting van hun wijk en speelruimte te omschrijven. Hieronder volgen er enkele die ik regelmatig ben tegengekomen. 1. “De analyse”: Zorgvuldig worden de demografische gegevens van een wijk vergeleken met de speelvoorzieningen qua oppervlak en toestellen. Het gemeentebudget bepaalt in grote mate het matchen van aantallen en leeftijdsgroepen van kinderen en de fysieke voor zieningen die daar tegenover staan. De analyse is m.i. een prima uitgangspunt voor het participatieproces waar de kinderen zelf aan bod komen. 2. “Focus op speeltoestellen”: Opvallend is dat er vaak, met of zonder bovenstaande analyse, van uitgegaan wordt dat louter met plaatsing van speeltoestellen aan de beweegbehoeften van kinderen wordt voldaan. Bij een cyclus van vernieling en vernieuwing van toestel len gaan alle aandacht en het budget naar de toestellen i.p.v (ook) naar andere randvoorwaarden voor buitenspelen, zoals veiligheid, toezicht en het tegemoetkomen aan behoeften van alle (jeugd) groepen. De artist’s impression-methode kwam ik zowel op een grote kinderwerkersbijeenkomst tegen met kinderwerkers zelf als grootste voorstanders, als recent op de site van een gemeente waar kinderen konden stemmen op één van de drie gepresenteerde teke ningen van toestellen en spelende kinderen. Mijn bezwaren tegen deze methode zijn: Pagina 37
Pagina 39Interactieve earchief, deze nieuwsbrief of gids is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal bladerbaar publiceren van internet clubbladen.
486 Lees publicatie 174Home