Van appels maakt de vrouw des huizes versgemaakte appelmoes. “Ik was ook dol op griesmeel en havermoutpap. Over de griesmeel deed ik dan bessensap. Een keer pakte ik een fles en die sprong open. De hele keuken was paars!” Het broertje van een ander lust graag gruttenpap. “Dat was een zure pap gemaakt met karnemelk en boekweitgrutten.” Iene miene mutte Tien pond grutten Tien pond kaas Iene miene mutte is de baas Diegenen die de oorlog mee hebben gemaakt, hebben in die tijd bijna niets te eten. Als er wel eten is, dan wordt het fornuis gestookt met planken van de zolder om het eten op te koken. Een allochtone vrouw vertelt dat ze vroeger met een hele groep vrouwen water gingen halen in een dorp verderop. “Dat gaf me heel veel zelfvertrouwen.” De mensen die opgegroeid zijn in het Midden-Oosten en noordelijk Afrika eten natuurlijk ander fruit en andere groenten. Een vrouw vertelt dat ze zomers twee of drie kisten vol met tomaten kopen op de markt. “Dan waren ze goedkoop. De tomaten sneden we fijn, we strooiden er zout over en dan kneedden we het. Daarna kookten we de tomaten, totdat er geen vocht meer in zat.” Vervolgens leggen ze de tomaten boven op het dak te drogen. Zo bouwen ze een mooie voorraad op voor de winter. “Bij ons stond een hazelaar in de tuin en in de buurt waren olijfbomen.” Bij een andere vrouw in de tuin staat een abrikozenboom, waar ze in spelen. En bij weer een ander staat een amandelboom bij het huis, waar een schommel in hangt. Een Armeense deelneemster hielp vroeger mee met het maken van ‘jajik’. “Daarvoor kochten we witte kaas. Dat mengde ik met verse bieslook en dat ging in een grote aardewerken pot. Dat moest je goed aandrukken. Vervolgens bewaarde je het in de grond. Zo bleef het goed.” Van druiven worden rozijnen gemaakt of azijn. Een groot aantal van deze vrouwen 18 komt uit grotere gezinnen. Daarom moeten ze vaak thuis helpen, vooral bij de bereiding van het eten. vakantie De meeste deelnemers blijven als kind thuis tijdens de zomervakantie. Sommigen gaan er wel op uit. “Wij hadden een tenthuisje in Zandvoort”, vertelt een deelneemster, ”Daar gingen we iedere zomervakantie zes weken naartoe. Een uitje voor ons was een wandeling naar het dorp, waar we op een ijsje werden getrakteerd.” Een ander staat zes weken op de camping. “Door m’n ouders werden we altijd bij de tent weggestuurd om te gaan spelen. Op de camping was van alles te doen. We maakten snel vrienden.” Eén persoon binnen de groep is schippersdochter en blijft tijdens de vakantie aan boord. Zij en haar zus spelen dan met elkaar. De thuisblijvers gaan naar de speeltuin, maken het speciaal door pannenkoeken te bakken of helpen mee in de volkstuin. De groente uit de tuin wordt in weckpotten bewaard, zodat het gezin ’s winters daarvan kon eten. “Met Pasen gingen we naar de veemarkt, waar m’n vader soms een pony kocht of kippen.” Op de pony werden de aardappelen en groenten uit de moestuin naar huis vervoerd. “En in de kerstvakantie bouwden we hutten van sneeuw. Of we gebruikten een stuk karton om mee van de dijk te sleeën.” Weer een ander gaat wel eens logeren bij een tante en oom. “Dan had ik zo’n heimwee!” Pagina 24

Pagina 26

Voor vakbladen, online onderwijs catalogi en relatiemagazines zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw brochures.

468 Lees publicatie 160Home


You need flash player to view this online publication