18 systemen kunnen positieve terugkoppelingen ook “achteruit” of “naar beneden” gaan. In dat geval versterkt een functie de negatieve richting van een andere functie, waardoor de ontwikkeling van het innovatiesysteem wordt afgeremd, of waarbij dit zelfs geheel tot stilstand kan komen. Er is dan sprake van systeemafbraak. Een voorbeeld: als de resultaten van een researchproject tegenvallen, zou het vertrouwen in de opkomende innovatie bij beleidsmakers en investeerders kunnen afnemen. Men kan besluiten het project stop te zetten, waardoor “kennisontwikkeling” en “richting geven aan het zoekproces” weer negatief worden beïnvloed. Er is dan sprake van systeemafbraak: de functies versterken elkaar in een spiraal naar beneden. Met elke stap in de cyclus worden systeemfuncties verminderd of tegengewerkt, met als gevolg een snelle afbraak van het systeem. We hebben eerder aangegeven dat de structuur van een innovatie systeem bestaat uit actoren, die met elkaar zijn verbonden middels netwerken, en uit allerlei instituties (wetten, regels, gewoonten, normen, waarden) die van invloed zijn op het gedrag van die actoren. Het zijn deze actoren en instituties die verantwoordelijk zijn voor het vervullen van de verschillende systeemfuncties. Zo is een universiteit onderdeel van de structuur van een innovatiesysteem; de universiteit draagt bij aan de functie “kennisontwikkeling” en “het mobiliseren van middelen” door het opleiden van mensen. Een overheid is ook onderdeel van de structuur en kan middels nieuwe wetgeving (ook onderdeel van de structuur) een impuls geven aan “het creëren van markten”. We benadrukken dit onderscheid tussen structuur en functie hier, omdat het van belang is als we willen interveniëren in het innovatiesysteem. Het is dan namelijk niet verstandig om te interveniëren op het niveau van de functies zelf, maar wel op het niveau van de structuur. Het gevolg van het aanpassen van de innovatiesysteemstructuur is dat de functies op een andere manier worden vervuld. Door in te grijpen in de structuur wordt een langdurige impuls gegeven aan het functioneren van het innovatiesysteem. Kortom, de structuur van het innovatiesysteem bepaalt voor een belangrijk deel welke systeemfuncties worden vervuld. En door interactie tussen systeemfuncties ontstaat een versnelling van de dynamiek van een innovatiesysteem: de groei en/of afbraak. Naast deze zogenoemde interne drijvende krachten zijn ook allerlei externe effecten van invloed op de groei van een innovatiesysteem. Zo is voor te stellen dat een nieuwe Europese richtlijn ten aanzien van biodiversiteit doorwerkt op het recreatie-innovatiesysteem door een veranderende houding van Nederlandse milieu- en natuurorganisaties. Helaas zijn externe effecten slecht te beïnvloeden. Er zijn weinig aanknopingspunten voor interventie. Het is dus van groot belang om juist de processen die de interne dynamiek van een innovatiesysteem bepalen te begrijpen, want hier zitten de knoppen om het innovatiesysteem te kunnen bedienen. Pagina 25

Pagina 27

Voor folders, online vaktijdschriften en vakbladen zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw publicaties.

461 Lees publicatie 154Home


You need flash player to view this online publication