Het Agrocentrum scoort door deze maatregelen 36 punten op de voedermaatlat van Milieukeur. Daarmee voldoet het aan de norm van 30 punten. Eventueel zijn nog aanvullende punten te behalen voor een lagere aanvoer van koper en zink. Hier is nu nog geen rekening mee gehouden. 4.2.8 Verkeer Het aantal transportkilometers wordt laag gehouden doordat er geen diertransporten zijn en het voer zoveel mogelijk uit de regio komt. Toch blijft er nog veel transport nodig, vooral voor de aanvoer van veevoer en bijproducten, en de afvoer van het eindproduct uit de energiecentrale (zie tabel 9). Overlast op de omgeving blijft tot een minimum beperkt omdat het Agrocentrum aan het water ligt en een deel van het transport over water plaatsvindt. Denk aan industriële restproducten vanuit het havengebied en voedergranen. Ook de ligging aan een snelweg maakt de transport bewegingen voor de omgeving minder belastend. Tabel 9: Omvang van het transport. Product Veevoer (aanvoer) Mest (afvoer digestaat) Vlees/karkassen (afvoer) Kadavers/slachtafval (afvoer) Overig Totaal Omvang Tonnen per jaar 391.000 150.000 22.000 563.000 Vrachtwagens Aantal per week 130 80 20 5 10 245 Schepen Aantal per week 70 70 Het bezoekerscentrum. delen zijn extra groot omdat de ondernemers van het Agrocentrum expliciet aandacht besteden aan de inpasbaarheid in het landschap. 4.2.10 olksgezondheid V 4.2.9 Ruimtegebruik Het landschap gaat erop vooruit doordat bestaande grootschalige varkenshouderijen op het platteland verplaatst worden naar agro-industriële gebieden op ruime afstand van woonkernen en natuurgebieden. De voor- Over de effecten op de volksgezondheid is nog weinig bekend. Het RIVM doet op dit moment samen met de GGD onderzoek naar de risico’s van de huidige intensieve veehouderij voor de volksgezondheid. Hierin meten de onderzoekers de aanwezigheid van fijnstof, bacteriën en virussen in de buurt van verschillende veehouderijbedrijven. Deze metingen zijn in maart 2010 gestart. Daarnaast brengen ze in kaart welke gezondheidsproblemen van omwonenden bekend zijn bij huisartsen. Deze vergelijken ze met gezondheidsproblemen in andere gebieden. Zo ontstaat inzicht of bepaalde aandoeningen vaker voorkomen in gebieden met intensieve veehouderij. Dat wil overigens niet zeggen dat de conclusies hiervan ook één-op-één gelden voor het Agrocentrum. 21 Pagina 27

Pagina 29

Heeft u een onderwijscatalogus, i paper of digitale uitgaves? Gebruik Online Touch: reisgids digitaliseren.

451 Lees publicatie 145Home


You need flash player to view this online publication