4. De effecten op dier en omgeving In het Agrocentrum zijn veel dieren aanwezig in een relatief klein gebied. Dat roept veel vragen op, die dit hoofdstuk zal beantwoorden: Wat is de impact hiervan op de gezondheid en het welzijn van de dieren? Wat is het risico op ziekte-uitbraken? En hoe zit het met de uitstoot van ammoniak, fijnstof en stank naar de directe omgeving? Hoe scoort het Agrocentrum ten opzichte van de gangbare varkenshouderij? Kan het Agrocentrum voldoen aan de eisen die worden gesteld bij vergunningverlening? re varkenshouderij. Mocht onverhoopt toch een epidemie zoals varkenspest uitbreken, dan is een Agrocentrum eenvoudiger van de omgeving af te sluiten en kunnen alle dieren ter plekke worden geslacht, zodat het risico van verspreiding naar andere varkenshouderijen beheersbaar blijft. Daarmee kan het aantal te doden dieren tot honderdduizend beperkt blijven. Ter vergelijking: bij de laatste uitbraak van varkenspest in 1997 werden 8 tot 9 miljoen varkens afgemaakt. De situatie qua dierenwelzijn is meetbaar te maken door het Agrocentrum te vergelijken met andere systemen aan de hand van de zogenoemde Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). De MDV is inmiddels uitgebreid met andere thema’s. Naast ammoniak en dierenwelzijn, is nu ook diergezondheid en energie opgenomen en zullen in 2011 de thema.s fijn stof en Bedrijf & omgeving (landschappelijke inpassing, transparantie, verstoring & water) worden toegevoegd. Deze methodiek wordt ook gebruikt door overheden om te bepalen of varkenshouders in aanmerking komen voor fiscaal gunstige regelingen (Vervroegde afschrijving MilieuInvesteringen (Vamil) en de Milieu-Investeringsaftrek (MIA)), waarvoor ze moeten voldoen aan bovenwettelijke eisen, o.a. voor dierenwelzijn en milieu. Er is een maatlat voor dierenwelzijn bij vleesvarkens en een maatlat voor dierenwelzijn bij zeugen. Een gesloten bedrijf met vleesvarkens en zeugen moet op beide maatlatten scoren. De maatlatten bevatten investeringsmaatregelen (zoals de vloeruitvoering), maatregelen in het management zijn niet in de MDV opgenomen. Bij de MDV worden punten gegeven 17 4.1 Gezondheid en welzijn van de varkens De ondernemers in het Agrocentrum nemen diverse maatregelen op het vlak van huisvesting en management, om zo het welzijn van de varkens te verhogen. Een belangrijk punt voor het welzijn is dat de varkens geen ingrepen ondergaan. De varkenshouders gaan niet de staarten couperen, de tanden knippen en ook castreren ze de beerbiggen niet. Het stressvolle veetransport over de weg is niet nodig vanwege de gesloten bedrijfsvoering en de eigen slachterij. Uiteraard is er nog wel transport van varkens binnen het bedrijf en naar de slachterij. Dit gebeurt via kleine platte wagens, om de dieren zo min mogelijk te verstoren. De dieren zijn gezond en vitaal door maatregelen die samenhangen met de high health status die het Agrocentrum nastreeft (zie Hoofdstuk 2). Doordat er geen dieren van buiten het bedrijf worden aangevoerd, is bovendien de kans op insleep van ziekten veel geringer dan in de gangba- Pagina 23

Pagina 25

Heeft u een boek, paperator of digitale nieuwsbrieven? Gebruik Online Touch: lesboek converteren naar een digitale publicatie.

451 Lees publicatie 145Home


You need flash player to view this online publication