omdat de productiekosten elders lager zijn). Dat roept de vraag op of het ook anders kan. Zijn ketens denkbaar waarin sprake is van faire verdien erhoudingen? Tijdens een in december 2010 georganiseerde v workshop met deelnemers met uiteenlopende achtergrond stond de vraag centraal waarom het aandeel van de producent in de keten “systematisch” laag is en welke omslagen noodzakelijk zijn om daarin verandering te brengen. Daarbij kwam onder meer aan de orde dat: • thans de boer eenzijdig als leverancier van grondstoffen functioneert • afhankelijkheden in de keten omkering behoeven • technologieontwikkeling tot schaalvergroting dwingt, waardoor afhankelijkheden nog groter worden • in het huidige systeem de boer gedwongen is op kostprijs te concurreren • stevige verbindingen tussen producenten en consumenten ontbreken De analyse zal nog een slag worden verdiept. Te ontwikkelen concepten zullen moeten aangrijpen op essentiële factoren in het systeem, zoals o.a. bovengenoemde. 11 3.1.1b Duurzame Intensieve veehouderij De intensieve veehouderij is sinds haar ontstaan na de Tweede Wereldoorlog uitgegroeid tot een belangrijke sector binnen de Nederlandse landbouw. De varkenshouderij, de pluimveehouderij en de vleeskalverhouderij vormen wezenlijke onderdelen van onze economie. Met de toename van de omvang en het industriële karakter nam ook de maatschappelijke kritiek toe. De groeiende lijst van maatschappelijke zorgen over deze sector omvat de omgang met de dieren (o.a. huisvesting, lichamelijke ingrepen, dier ransporten), de effecten op het t milieu (mestoverschotten, uitstoot van ammoniak, broeikasgassen, geur en fijnstof), de gezondheid van de dieren (ziekte-uitbraken, gebruik van antibiotica), de volksgezondheid (o.a. Q-koorts, antibioticaresistentie, fijnstof), de voedselveiligheid (Salmonella, Campylobacter, E-coli), de teelt van veevoer (lage turn-over naar vlees, kappen van oerwouden voor sojateelt) en de effecten op het landschap (megastallen, verrommeling). Een duurzame veehouderij biedt antwoord op al deze vraagstukken en geeft ook ondernemers een gezonde economische basis. Ondanks verbeteringen in de sector is de maatschappelijke kritiek niet verminderd. Dat blijkt ondermeer uit het maatschappelijk debat dat minister Veerman in 2003 over de intensieve veehouderij organiseerde, de burgerinitiatieven van de laatste jaren tegen megastallen en het onlangs verschenen Pleidooi voor een duurzame veehouderij van een groep hoogleraren. Deze laatsten constateren dat er sinds het rapport van de Commissie Wijffels in 2001 nauwelijks wezenlijke veranderingen in deze sector hebben plaats evonden. In 2009 heeft de overheid g met het bedrijfsleven en de NGO’s een convenant afgesloten over de Uitvoeringsagenda Duurzame Veehouderij, die in 2023 moet uitmonden in “een in alle opzichten duurzame veehouderij met en breed draagvlak in de Nederlandse samenleving”. De grote vraag is of deze acties – hoe waardevol ook – gezamenlijk leiden tot de fundamentele verandering die nodig is om het maatschappelijk gewenste einddoel te bereiken. Pagina 19
Pagina 21Heeft u een archief, digitaal bladeren of digitale studiegidsen? Gebruik Online Touch: reisgids digitaal bladerbaar uitgeven.
442 Lees publicatie 136Home