4.1 De huidige keten in de visserij De ketenstructuur Vissers NL Afslag Groothandel Verwerkers Import Vissers en afslag Van oudsher is de keten in de visserij bepaald door vissersgemeenschappen die elk hun eigen specialiteiten, vangstgebieden, afslagen, verwerkers, handelaren en ondersteunende diensten hadden. Deze streekgebonden infrastructuur vind je ook nu nog terug. De vissers en de afslagen zijn sterk gefragmenteerd. Visserijbedrijven hebben vaak maar één of enkele schepen en een beperkt quotum tot hun beschikking. Zij leveren hun vis aan één van de elf afslagen die Nederland rijk is. De onderlinge loyaliteit en het vakmanschap zijn groot, maar de gefragmenteerde en lokaal verankerde aanbodkant van de keten staat samenwerking en professionalisering ook vaak in de weg. Er is door de vissers flink geïnvesteerd in zuiniger motoren en quota. Bovendien weten de Nederlandse vissers door de vakkennis en liefde voor de zee door te geven van vader op zoon als geen ander de vis te vinden en te vangen. Zo weten de afslagen zich verzekerd van een constante aanvoer van hoge kwaliteit vis. Supermarkten Catering & horeca Liefhebbers Specialisten & ambulante handel Bewuste consument Massaconsument Figuur 4  Huidige ketensctructuur Tegelijkertijd staan bij veel vissers en afslagen de economische werkelijkheid en de traditionele manier van denken innovatie en verandering in de weg. Door de lage prijzen en het geringe eigen vermogen zijn innovaties op het gebied van bijvoorbeeld duurzaamheid of vangst methoden voor velen alleen haalbaar als daar door de ketenpartners mede in wordt geïnvesteerd en er hogere prijzen tegenover staan. Dat is in de huidige marktsituatie zelden het geval. Mede door de traditionele denkwijze komen andere manieren van denken zoals meerdaagse aanvoer, contractvisserij of samenwerking met anderen (van elders) vaak moeizaam en langzaam van de grond. Hierdoor hebben de Nederlandse vissers en afslagen een aantal belangrijke slagen gemist en moeten ze nu van ver komen om die achterstand goed te maken. Het feit dat de rest van de ketenpartners met andere vissoorten en import een kwalitatief hoogwaardig en goedkoop alternatief heeft, maakt deze inhaalslag er niet makkelijker op. Ook dient er in de ketenmodellen rekening te worden gehouden met het feit dat platvis maar een zeer beperkt aandeel heeft in de landelijke, Europese en mondiale visconsumptie. Hierdoor zullen veel modellen uitgaan van een verbetering van de positie van de Nederlandse platvis middels assortimentsverbreding: schol gaat in haar eentje de achterstand niet meer goedmaken. In hoofdstuk 5 zullen we laten zien dat alle ketenmodellen ingrijpende consequenties hebben voor hoe de vissers en de afslagen in de toekomst zullen opereren. De koplopers zullen hiervan het eerst en het meest profiteren. Van degenen die doorgaan op de oude manier, zullen velen het niet redden. Toch zijn ook voor de vissers en de afslagen de modellen beredeneerd vanuit kansen (meedoen betekent groeien en beter worden) in plaats van vanuit angst (niet meedoen is niet overleven). Er is voldoende marktpotentieel voor de Nederlandse platvis en in anders georganiseerde ketens zullen veel visserijbedrijven en enkele afslagen in de toekomst weer floreren. In de huidige keten leveren de vissers en de import aan de afslag of in sommige gevallen rechtstreeks aan de groothandel of verwerkers. Vanuit de groothandel gaat er een stroom verse vis vooral via foodservices, horeca, specialisten en ambulante handel naar de liefhebbers en bewuste consumenten. Het grootste gedeelte van de aanvoer wordt echter verwerkt tot verpakte of diepvriesproducten, die vooral via de supermarkten hun weg vinden naar de eindgebruiker. Deze hoofdstromen zijn schematisch weergegeven in figuur 4 hierboven. De stromen zijn internationaal: het grootste gedeelte ervan gaat richting landen als Italië en Engeland. De figuur en de ketenmodellen in dit rapport zijn marktgedreven: ze gaan uit van wat er tussen bedrijven kan worden gedaan om beter aan de marktwensen te voldoen om zo alle commerciële spelers in die keten van een goed belegde boterham te blijven voorzien. Het betekent dat belangrijke partners uit de visketen, zoals de Europese, nationale en lokale overheden, de NGO’s, de brancheorganisaties en de dienstverleners (banken, accountants, adviseurs etc.), buiten de modellen zijn gelaten. Deze spelen weliswaar een belangrijke rol in het stellen van de randvoorwaarden en het mogelijk maken en ondersteunen van een succesvolle transitie in de keten, maar wij gaan uit van wat de ondernemers zelf kunnen doen en waar zij zelf beter van worden. Nu worden eerst de karakteristieken en dilemma’s van de belangrijkste spelers uit deze keten nader belicht. 40  Vissen voor de markt Hoofdstuk 4  |  Inleiding ketenmodellen  41 Pagina 20

Pagina 22

Voor uitgaven, online reisgidsen en reclamefolders zie het Online Touch content management beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een e-commerce shop in uw spaarprogramma.

437 Lees publicatie 132Home


You need flash player to view this online publication