CO2-BALANS VAN DE VEENGEBIEDEN Door de landbouwkundige ontwatering van de veengebieden treedt ‘veraarding’ op van het veen. Dit leidt niet alleen tot bodemdaling en toenemende kosten voor het waterbeheer, maar ook tot uitstoot van het broeikasgas CO2. Vooral de slappe veengronden zonder kleidek of toemaakdek hebben hoge CO2-emissies. Onderzoek (samengevat in de ‘Quickscan beheersopties in het veenweidegebied en emissies van broeikasgassen’ door het Milieu- en Natuurplanbureau uit 2006) laat zien dat veengebieden met een standaard drooglegging van 60 cm circa 23,6 ton CO2-equivalenten per ha per jaar uitstoten (naast CO2 ook andere broeikasgassen zoals methaan en lachgas). Bij een drooglegging van 20 cm is dat nog maar 1,0 tot 2,6 ton. Bij een dergelijke ‘historische’ drooglegging is geen moderne productielandbouw meer mogelijk; wel nog beheerlandbouw of zeer extensieve beweiding met vleesvee. Bij een verdere verhoging van het waterpeil tot een plas-drassituatie kan tot 7,3 ton worden vastgelegd, door ontwikkeling van moerasvegetaties. In deze situatie kan veengroei gaan optreden en het maaiveld langzaamaan weer gaan stijgen. Dit heeft veel voordelen voor het waterbeheer en de ‘klimaatbuffering’. Landbouw is onder dergelijke omstandigheden niet meer mogelijk; wel natuurbeheer en recreatie. De ontwikkeling van de Groene Ruggengraat geeft hier invulling aan. Met een uiteindelijke oppervlakte van 15.000 ha extra natte natuur kan de Groene Ruggengraat jaarlijks ruim 100.000 ton CO2-equivalenten vastleggen. Ten opzichte van de huidige situatie met landbouw is dat een ‘klimaatwinst’ van ruim 450.000 ton. Dit is ongeveer 0,25% van de totale jaarlijkse emissie van Nederland en 8% van de huidige binnenlandse reductiedoelstelling (3% vermindering in 2012 t.o.v. 1990). Doordat CO2-emissierechten verhandelbaar zijn - tegen een prijs van op dit moment 20 euro per ton - is de klimaatwinst ook in geld uit te drukken, namelijk ruim 9 miljoen euro. Ten opzichte van de benodigde investeringen voor functiewijziging is dit misschien gering, maar het is wel een plus die meetelt in de afwegingen. NATUURORGANISATIES ‘NATUURLIJKE KLIMAATBUFFERS’ De ontwikkeling van de Groene Ruggengraat is een concrete invulling van het concept ‘klimaatbuffers’, dat wordt gesteund door alle grote natuurbeschermingsorganisaties van Nederland. ARK Natuurontwikkeling, De12Landschappen, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Vogelbescherming Nederland, Waddenvereniging, Wereld Natuur Fonds werken hiertoe samen in de Coalitie Klimaatbuffers (zie www. klimaatbuffers.nl). In het rapport ‘Natuurlijke Klimaatbuffers’ wordt hun visie uiteengezet. Klimaatbuffers worden omschreven als ’prachtige, waterrijke gebieden waar mensen graag recreëren en wonen.’ Gesteld wordt dat deze gebieden veel water kunnen opvangen en de gevolgen van extreme weersomstandigheden kunnen temperen. De samenwerkende natuurorganisaties onderkennen dat de ontwikkeling van klimaatbufffers miljoenen euro’s zal kosten, maar zien ook veel economische voordelen. Er is een positief effect op de volksgezondheid, het woongenot van omwonenden en het toerisme. En er zijn forse besparingen mogelijk op dure maatregelen voor veiligheid en waterbeheer, die nodig zijn als we doorgaan met het huidige beheer. Als ondersteuning van dit initiatief heeft het Ministerie van VROM in 2007 € 5 miljoen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van een aantal pilotprojecten. 13 Pagina 14
Pagina 16Interactieve e-relatiemagazine, deze boek of onderwijscatalogus is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online maken van internet sportbladen.
422 Lees publicatie 117Home