r water gebeurt in de Decentrale grond- en gebouwkosten is in de Figuur 21 Schematische weergave van scenario 6 In de kostenopstelling wordt uitgegaan van luchtstrippen van het geel water (zie bijlage 4). Met behandeling van farmaceutische residuen is geen rekening gehouden. Grond en gebouwkosten zijn buiten beschouwing gelaten. Wel is gerekend met sanitatie westland STOWA 2010-10 nieuwe de meerkosten van productie van vloeibaar ammoniumsulfaat. In de woonwijk wordt het geel water per buis ingezameld. Op de eilanden wordt het opgeslagen en periodiek per vrachtwagen opgehaald en voor behandeling naar de zuivering in/nabij de woonwijk gebracht. . Figuur 21. Schematische weergave van scenario 6. In scenario 6 is de grijswaterzuivering primair gericht op lozing op het oppervlaktewater. Eventuele opwaardering grijswaterzuivering overgelaten aan deop lozing op het zelf die In scenario 6 is de tot gietwater wordt primair gericht glastuinbouwsector daartoe oppervlaktewater kan innemen. De tot gietwater wordt overgelaten aan de oppervlaktewater. Eventuele opwaardering grijswaterzuivering wordt logisch afgestemd op l water. Bedoeling is dat zoveel duen bij de AWZI worden nutriënten en hormoon- en t de nutriënten kunnen worden de gebiedsinrichting en de bouwfasering. Belangrijk in het ontwerp is dat de grootste vuillast glastuinbouwsector zelf die daartoe oppervlaktewater kan innemen. De apart wordt gehouden en decentraal wordt behandeld. Dit gebeurt - net als in scenario 4 - in een DZI. © 2009 elannet bv 33 5.2 Kosten en baten In tabel 6 zijn de berekende kosten van de waterbehandeling voor de verschillende scenario’s naast elkaar gezet. Zo worden bovendien gerelateerd aan de relevante heffingsinkomsten (waterketen- en afvalstoffenheffing). Kostenvergelijking De kosten van decentrale waterbehandeling blijken aanmerkelijk hoger dan in de referentie. Alleen scenario 5 (aparte inzameling van geel water) springt er nog relatief gunstig uit. De vraag is dan of de meerkosten worden gecompenseerd door extra inkomsten. Vervuilingseenheid (v.e.) Als referentie voor de inkomsten wordt uitgegaan van € 55,-- per v.e. Feitelijk ligt de heffingsvoet voor 2009 in Delfland hoger (€ 65,-- per v.e.). Bovendien wordt voor de periode 2009 -2013 een jaarlijkse stijging van 10% voorzien. Dit betekent een heffingsvoet per v.e. van ruim € 94,-- in 2013. Uit de v.e. heffing moeten ook apparaatskosten worden gedekt. Met name ook de uitvoering van de Wvo wordt vanuit de v.e. bekostigd. Derhalve dat de inkomsten voor de referentie worden geënt op het net kostendekkende niveau van € 55,--. 36 Pagina 46
Pagina 48Interactieve online catalogus, deze editie of onderzoeksrapport is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het online op uw website plaatsen van efolders.
418 Lees publicatie 113Home