10 Bovenstaande geeft een korte impressie van de huidige stand van zaken in het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland en dient slechts als voorbeeld. Voor het Waterschap is, gegeven de verwachte ontwikkelingen, een aantal opties voor toekomstig beleid denkbaar. Voor ons onderzoek is het interessant om naar twee varianten te kijken: Voortzetten van het huidig beleid: het beheer is erop gericht geen achteruitgang in waterkwaliteit te krijgen als gevolg van de verwachte externe ontwikkelingen. Er zal extra moeten worden doorgespoeld. Omdat de inlaat bij Gouda frequenter zal verzilten, valt onder deze optie ook de maatregel alle inlaatwater via KWA te laten lopen en de inlaat bij Gouda niet meer te gebruiken. Accepteren van verzilting (niet meer doorspoelen): verzilting wordt beschouwd als een systeemgegeven en wordt niet meer bestreden. Tabel 2.1 geeft de resultaten weer uit het rapport ‘Verzilting en waterbehoefte, kwantificering probleem onderzoek beleidsopties’. Wat opvalt, is dat het saldo – de netto contante waarde – van de acceptatie van de verzilting, een positief resultaat heeft. Agrarische schade (€ mln/jaar) Huidig beleid Acceptatie verzilting 5,5 9,1 Operationele Investering (€ mln) Contante waarde kosten (€ mln/jaar) (kosten + schade in € mln *) 0,6 0 62,5 0 167,8 159,2 8,6 Tabel 2.1: Schade en kosten verziltingsbestrijding. *) rente 3% met een tijdhorizon van 25 jaar. Bron: Hoomheemraadschap Rijnland, 2007. Saldo acceptatie verzilting Met andere woorden: de kosten voor de acceptatie verzilting zijn lager dan de huidige kosten van verziltingbestrijding. Zoals te zien is in de tabel is de agrarische schade bij acceptatie van verzilting echter bijna twee keer zo hoog. Voor de landbouw als zodanig is deze optie dus niet wenselijk. Voor het Hoogheemraadschap van Rijnland geldt niettemin dat de acceptatievariant veel kosten vermijdt. Dit zijn de operationele kosten plus de kapitaallasten (rente plus afschrijvingen) van de investeringen, ofwel € 0,6 miljoen per jaar en € 62,5 miljoen eenmalig. In het rapport wordt niet gewerkt met marges op de resultaten. Het is echter realistisch om deze resultaten niet als absolute cijfers te beschouwen en een denkbeeldige marge aan te houden van 10%. Uit het voorbeeld blijkt dus dat het accepteren van de verzilting voor een waterschap in de laaggelegen delen van Nederland economisch gezien de beste optie is. Toch wordt deze mogelijkheid niet geaccepteerd en ingevoerd. Dit komt mede doordat de verzilting niet voor alle actoren economisch positief uitwerkt. Daarom is het van belang om te kijken welke economische actoren onder invloed staan van verzilting, en welke sectoren geraakt worden op het moment dat verzilting wordt geaccepteerd. Het volgende hoofdstuk gaat hier uitgebreid op in. Pagina 17
Pagina 19Scoor meer met een web winkel in uw clubbladen. Velen gingen u voor en publiceerden cursussen online.
417 Lees publicatie 112Home