2. Verzilting in de praktijk 9 Het Hoogheemraadschap van Rijnland heeft in juli 2007 het rapport ‘Verzilting en waterbehoefte, kwantificering probleem onderzoek beleidsopties’ uitgebracht. Het Waterschap laat ’s zomers via de inlaat bij Gouda water uit de Hollandse IJssel in voor peilhandhaving en doorspoeling. Als gevolg van een autonome toename van de verzilting, de klimaatverandering en de eisen van de Kaderrichtlijn Water, worden in het rapport enkele mogelijke toekomstige beleidsopties ten aanzien van de verziltingbestrijding en de waterbehoefte nader onderzocht. In het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Rijnland kan de huidige situatie, volgens het rapport, als volgt worden weergegeven: Een aantal droogmakerijen is verzilt door zoute kwel, waarbij ’s zomers (lokaal) chloridengehalten van 500-600 mg Cl/l (of meer) kunnen worden aangetroffen. De kwel bevat ook eutrofe stoffen, waardoor de kwel bijdraagt aan de eutrofiëring. Op de plaatsen waar kwelbemalingen worden geloosd, is de boezem ’s zomers verzilt met waarden oplopend naar 500-600 mg Cl/l. Er is sprake van verzilting door de schutsluis bij Spaarndam vanuit het Noordzeekanaal, waardoor lokaal de chloridengehalten tot circa 500 mg Cl/l oplopen. In de overige delen van de boezem lopen de chloridengehalten in de regel niet verder op dan 200 mg Cl/l dankzij het doorspoelen van de boezem. In een droge zomer kan het inlaatwater bij Gouda verzilten door zoutindringing vanuit zee (eens in de 10 à 20 jaar). Inlating wordt dan in principe gestaakt en er wordt bij de sluis bij Bodegraven via Kleinschalige WaterAanvoer (KWA) water toegelaten. De capaciteit van de KWA ter plaatse is beperkt, zodat een aanvoertekort kan ontstaan. Er moet dan alsnog verzilt water via Gouda worden ingelaten, of via een alternatieve route worden aangevoerd. Pagina 16
Pagina 18Scoor meer met een webshop in uw presentaties. Velen gingen u voor en publiceerden magazines online.
417 Lees publicatie 112Home