1.3 Nadere opzet interne evaluatie Vraag 1: Is InnovatieNetwerk geslaagd in de uitvoering van de door LNV opgedragen taak? De kerntaak volgens de instellingsbeschikking luidt: “InnovatieNetwerk heeft tot taak op het gebied van de groene ruimte en het agrocluster: a. strategische toekomstverkenningen uit te voeren, in het bijzonder het verkennen van toekomstige problemen en kansen, met als doel levensvatbare strategieën en acties voor belanghebbenden te identificeren; b. initiëren van ingrijpende vernieuwingen door het ontwerpen het van perspectiefvolle aanzetten voor vernieuwingen en het op hoofdlijnen uitwerken daarvan; c. uitvoeren van de aan de Nationale Raad voor Landbouwkundig het Onderzoek opgedragen taken, voorzover deze niet reeds vallen onder de taken, genoemd in de onderdelen a en b. (Staatscourant conform de instellingsbeschikking van 31 augustus 2006 (nr. TRCJZ/2006/2657, op 8 juli 2008 opgenomen in een Instellingsbesluit kennisgroepen LNV, nr. TRCJZ/2008/639)”1 In overleg met de toenmalige Secretaris Generaal en de Minister van LNV is vastgesteld dat vooral taak b het kernpunt van het werk van InnovatieNetwerk moest zijn. Het bestuur heeft deze taakstelling in de loop van de eerste periode en aan het begin van de tweede periode nader geoperationaliseerd. Voor de periode 2006 - 2010 zijn in dat kader de volgende targets geformuleerd: 1 11 • ‘In 2010 zijn er minimaal 30 robuuste (= klaar voor praktijk invoering) concepten ontwikkeld en minimaal 15 hebben een aantoonbaar effect in de praktijk’ B esluit instelling InnovatieNetwerk 7 mei 2002/Nr. TRCJZ/2002/4848 (Staatscourant 14 mei 2002, nr. 89), Wijziging instellingsbesluit 31 augustus 2006, nr. TRCJZ/2006/2657 (Staatscourant 6 september 2006, nr. 173). Dit laatste besluit is opgenomen in het Instellingensbesluit kennisgroepen LNV 8 juli 2008, nr. TRCJZ/2008/639 (Staatscourant 18 juli 2008. Aanpak Kwantitatief: in bijlage 3 zijn in een tabel alle concepten die in deze tweede periode tot 2010 zijn of in 2010 nog worden ontwikkeld (96) bij elkaar gezet, met voor ieder concept de fase van ontwikkeling. Van de 96 concepten hebben er 38 een of meerdere aantoonbare effecten in de praktijk behaald. Deze tabel is een eerste indicatie dat de beoogde doelen reeds in de periode tot en met 2009 zijn behaald. Kwalitatief: In bijlagen 4 en 5 zijn per concept de volgende vragen beantwoord: 1. Waar staat het concept voor? 2. Wat is de impact van het concept in de praktijk? a. Welke praktijkeffecten precies? (als daar sprake van is) b. Nieuw netwerk/consortium operationeel? c. Multipliereffect per concept: welke andere financiële bronnen zijn aangeboord voor verdere conceptontwikkeling en -doorontwikkeling en ‘spin-off investeringen’? Pagina 22
Pagina 24Scoor meer met een online shop in uw weekbladen. Velen gingen u voor en publiceerden handleidingen online.
412 Lees publicatie 107Home