5. REGELGEVING Voor de invoering van LNG is het noodzakelijk dat er duidelijke regelgeving bestaat voor het gebruik als brandstof, vervoer, opslag en overslag. De regelgeving is bepaald door nationale wetten (met name de Gaswet), de EU regelgeving en de internationale verdragen. LNG valt onder wet- en regelgeving met betrekking tot gevaarlijke stoffen. In Nederland verwijst de wet- en regelgeving dynamisch naar internationale verdragen. Dit betekent dat de verplichtingen die hieruit voortvloeien automatisch tot Nederlands recht behoren. Er zijn geen wetswijzigingen nodig. 5.1. Zeevaart en visserij De regelgeving die van kracht is voor de zeevaart wordt binnen IMO ontwikkeld. Aandacht van IMO voor schepen met gasaandrijving is juist ingegeven door de lagere emissies die hierdoor worden gerealiseerd. De ‘Interim Guidelines on Gas-fuelled Engines’ zijn bekrachtigd tijdens de 13de vergadering van SubCommittee on Bulk Liquids and Gases (BLG) 2-6 March 2009 25 . Tijdens deze vergadering heeft IMO ook besloten om een International Code of Safety for Gas-fuelled Ships (IGF Code) te ontwikkelen. In de praktijk blijkt de bestaande regelgeving voldoende en staat het een verdere introductie van LNGaangedreven zeeschepen niet in de weg. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) fungeert als klassebureau en is bevoegd eventuele afwijkingen van de BLG code goed te keuren als hetzelfde niveau van veiligheid wordt gewaarborgd. 5.2. Binnenvaart De relevante regelgeving met betrekking tot vervoer van gevaarlijke stoffen voor de binnenvaart is verwerkt in ADN / ADNR (European Agreement concerning the international carriage of dangerous goods by inland waterways). ADNR geldt voor de binnenvaart op de Rijn en wordt per 1.1.2011 vervangen door ADN 26 . Deze beslissing sluit aan bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008, die bepaalt dat de Uitvoeringsregeling bij het ADN voor het intracommunautaire binnenvaartvervoer op zijn laatst op 30 juni 2011 van kracht wordt. ADN valt onder de verantwoordelijkheid van de Committee on Inland Transport van de United Nations Economic Commission for Europe. De toepassing van LNG voor binnenvaartschepen is in principe niet toegestaan doordat ADN het gebruik van brandstoffen met een ‘vlampunt’ 27 onder 55oC verbiedt 28 . Vlampunt van LNG is -188oC 29 . Ministerie van V&W en het EICB hebben aangegeven dat ze bezig zijn dit probleem op te lossen. IVW kan hiervoor een ontheffing verlenen. EICB 20.12.2009, http://www.informatie.binnenvaart.nl/persberichten/343-vervanging-adnr-adn.html vlampunt van een chemische stof is de laagste temperatuur waarbij de stof nog genoeg damp afgeeft om tot ontbranding te kunnen komen wanneer hij in contact komt met een ontstekingsbron. Het vlampunt moet niet worden verward met de zelfontbrandingstemperatuur. Dat is de temperatuur waarbij een damp/lucht-mengsel spontaan tot ontbranding komt. Het vlampunt is kenmerkend voor de kans dat er door een vonk of een gloeiend voorwerp brand ontstaat. (bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vlampunt) 27Het 25https://www.imo.org/Newsroom/mainframe.asp?topic_id=105&doc_id=10616 26Persbericht 28 29 M.M. Foss, LNG safety and security, Center for Energy Economics, Un. of Texas, October 2003 ADN, deel 1, artikel 7.1.3.31, p.290 13 Pagina 13
Pagina 15Heeft u een whitepaper, blueberry of web catalogussen? Gebruik Online Touch: weekblad digitaal maken.
411 Lees publicatie 106Home