3.3. Veerdiensten en short sea shipping In 2007-2008 is het Magalog project 18 uitgevoerd met als doel te onderzoeken hoe LNG in de maritieme sector in de Oostzee en de Noordzee ingevoerd zou kunnen worden. Dit project werd door Gasnor gecoördineerd, met deelname van een aantal belangrijke spelers in de Oostzee, en door de EU medegefinancierd. Dit project is de meeste recente en toonaangevende bron met betrekking tot economische en logistieke haalbaarheid van LNG. Het Magalog project concludeert dat roro/ropax schepen het meest kansrijke marktsegment vormen en vanuit een haveninstallatie moeten worden bevoorraad. Bevoorrading per as is economisch niet haalbaar 19 : LNG bunkering in Lübeck is likely to target roro and ropax vessels. Due to the volumes required for any such vessel, it would require the establishment of a terminal for LNG that can receive supplies by ship, while truck supplies from a distant source can be possible in exceptional circumstances but hardly economical on a regular basis. De potentiële rol van LNG voor short sea shipping is internationaal onderkend 20 : Gas (LNG) will in the short term be able to reduce the CO2 emission, for example, of auxiliary engines, and also of the main engine for shorter distances. While this type of fuel takes up a lot of space on board and is less relevant for ocean going ships, it could be of benefit to short sea shipping, e.g. ferries. There are large reserves of gas, making it one of the fuels for the future. In deze categorie vallen schepen die variëren van veerdiensten naar de Waddenzee-eilanden of verschillende bestemmingen rond de Noordzee tot roro/ropax en andere lijndiensten die de Nederlandse havens verbinden met een groot aantal andere havens in Europa. De veerdiensten die op de verschillende rivieren vervoer aanbieden zijn buiten beschouwing gelaten omdat de schepen relatief klein zijn en verspreid opereren over een groot aantal locaties. Vanuit de Nederlandse havens worden regelmatige, veelal wekelijkse lijndiensten onderhouden naar een groot aantal havens in Europa. In 2008 werd in totaal 30.225 in- en uitgaande reizen geregistreerd 21 . Dit betekent gemiddeld 274 schepen per week. Het aandeel van de haven van Rotterdam bedroeg 70%, gevolgd door Vlaardingen (10%) en Vlissingen en Amsterdam (ieder 6%). Hieruit kan worden geconcludeerd dat Rotterdam de eerst aangewezen haven is om een LNG bunkerinstallatie te bouwen. Dit is echter niet per se noodzakelijk. Een enkel roro schip van 100-120m (ca. 10.000 GT) beschikt over brandstoftanks van 1.000-1.500 m3. Om op LNG te varen moet dit volume met ruim 60% worden vergroot. Dit betekent dat een walinstallatie met een jaaromzet van 50.000 m3 circa 25 ladingen van 2.000 m3 per jaar zou moeten leveren. Met ongeveer 280 mln ‘deadweight’ (DWT) vertegenwoordigt de Europese lijnvaart 16% van de totale zeescheepvaart in Nederland. Indien dit aandeel representatief is voor het energieverbruik, dan kan op basis van de CBS gegevens voor de totale zeescheepvaart worden geschat dat de vraag naar brandstoffen vanuit de lijnvaart in 2008 ongeveer 2,3 miljoen ton was. Een jaarlijkse levering van 50.000 m3 betekent een marktaandeel van 1,3% 22 . In Nederland ligt begin 2010 een concreet project op de tekentafel - een nieuw schip van de rederij Doeksen. Er wordt een studiegroep opgezet, maar er is voorlopig geen duidelijke planning voor de bouw. Uit gesprekken met Gasnor blijkt dat er bij de rederijen Europees breed schroom bestaat om bij nieuwbouw voorstuwing op LNG te overwegen. De oorzaken liggen in de onbekendheid met de techniek en onzekerheden met betrekking tot de levering van LNG. Een enkele haven of land kan dit ‘kip-en-ei’ Maritime Gas Fuel Logistics, Developing LNG as a clean fuel for ships in the Baltic and North Seas Bron: Magalog, Final report - public, December 2008, p.71 20 Climate change and shipping, Position paper by European Community Shipowner’s Association (ECSA) and International Chamber of Shipping 21 CBS, Statline databank, Zeevaart, reis- en ladingsgegevens lijnvaart. 22 Met een energiedichtheid van 60% van gasolie vertegenwoordigt 2,3 mln t gasolie ca. 3,8 mln t LNG, wat gerelateerd wordt aan de 50.000 t 18 19 9 Pagina 9

Pagina 11

Scoor meer met een webwinkel in uw verenigingsbladen. Velen gingen u voor en publiceerden uitgaves online.

411 Lees publicatie 106Home


You need flash player to view this online publication