58 NH3 in de pens ontstaan. De overmaat ammoniak wordt opgenomen in het bloed en meestal snel uitgescheiden als ureum. Een overmaat OEB is ongewenst, terwijl een tekort aan OEB zorgt voor een lagere productie van hoogwaardig penseiwit. De twee belangrijkste rantsoenkenmerken uit Tabel 17 zijn VEVI en DVE. Voor vleesvee wordt VEVI gebruikt en voor melkvee VEM als maat voor netto benutbare energie. Om VEVI te berekenen, is de verteerbaarheid van de organische stof nodig. Een belangrijk deel van de vertering vindt plaats in de pens. Dat resulteert onder meer in de productie van vluchtige vetzuren en bacterieel eiwit. Bacterieel eiwit heeft een gunstig aminozurenpatroon, met veel lysine en methionine. Die aminozuren zijn eerst beperkend voor de vleesgroei. Om de hoeveelheid bacterieel eiwit en darmverteerbaar lysine en darmverteerbaar methionine te berekenen, is het belangrijk om te weten hoeveel organische stof al in de pens wordt verteerd (=FOS). Een hoge OEB geeft aan dat er meer eiwit wordt afgebroken in de pens dan dat er in bacterieel eiwit kan worden vastgelegd. Er zal daardoor ammoniak De organische stof (OS) is quasi-volledig afbreekbaar in de pens, en dit gebeurt met een snelheid (kD) van 5,5% per uur. Ook het ruw eiwit is bijna volledig afbreekbaar in de pens. De oplosbare eiwitfractie is iets hoger dan de uitwasbare fractie, zodat aangenomen mag worden dat de fractie kleine deeltjes minimaal is. De afbraaksnelheid van het eiwit is vrij hoog, wat resulteert in een matige eiwitbestendigheid. Nu bevat kroos wel relatief veel lysine per 100 gram krooseiwit, maar een belangrijk deel ervan zal worden afgebroken in de pens. Van alle darm verteerbare aminozuren in kroos zal een groter deel afkomstig zijn van bacterieel eiwit, dat in de pens ontstaat nadat bacteriën organische stof afbreken en bacterieel eiwit produceren. 3 Zie www.voederwaardeprijzen.nl. Van de nutriëntkosten in het rantsoen bestaat 65-70% uit kosten voor VEVI en voor 20-25% uit kosten voor darmverteerbare eiwitten. Vergeleken met vers gras is het VEVI-gehalte in kroos beduidend lager, en daarmee is ook de voederwaarde van kroos lager. Dat komt voor een belangrijk deel door het hogere asgehalte. Aan de andere kant zijn het RE- en DVE-gehalte hoger, waardoor eendenkroos in totaal op een vergelijkbare voederwaarde uitkomt in vergelijking met vers gras, en op een hogere voederwaarde dan kuilgras3. 3.2.7 Conclusies voederwaarde en inzetbaarheid van kroos • Het voeren van kalveren met kroos dat geproduceerd is met een voedingsmedium uit mest of digestaat zoals elders beschreven, is • De samenstelling van de twee verschillende monsters varieert, maar binnen acceptabele grenzen. De variatie in de samenstelling blijft veilig. • Kroos heeft een hoog gehalte aan ruw eiwit. Gelet op het aminozurenpatroon kan het zijn dat een deel van het ruw eiwit uit zogewel aandacht vragen. Pagina 65

Pagina 67

Scoor meer met een online winkel in uw gidsen. Velen gingen u voor en publiceerden whitepapers online.

644 Lees publicatie 256Home


You need flash player to view this online publication