• Spel: kunnen lachen en spelen. • Controle over omgeving: politieke en eigendomsrechten kunnen uitoefenen. Een van de capaciteiten die volgens Nussbaum essentieel zijn bij de menselijke ontwikkeling, is het leven in relatie met planten, dieren en natuur. Zij werkt dat niet veel verder uit. Zoals bij vrijwel iedereen op dit terrein is de intuïtie sterk, maar de bewijsvoering zwak. In deze benadering is natuur geen luxe maar wezenlijk onderdeel van mens-zijn. Nussbaum is al jaren bezig om te zien of de benadering van capaciteiten te vertalen is in een politiek instrument, een soort nieuwe droit de l’homme. De capaciteitenbenadering illustreert dat naast de mainstream van de postmodernisten, er ook filosofen met gezag zijn die andere sporen volgen. In haar visie moet de staat er vooral voor zorgen dat capaciteiten van mensen tot hun recht kunnen komen: ze moeten niet alleen idealen zijn, maar ze moeten ook juridisch zijn verankerd. Waar Maslov en Nussbaum spreken over natuur in een brede context van menselijke ontplooiing, zijn er ook auteurs die meer specifiek over de betekenis van natuur spreken. Velen hebben geprobeerd aan te tonen dat natuur goed of zelfs onmisbaar is voor mensen. De Gezondheidsraad (2004) bestudeerde in een onderzoek van vier jaar de invloed van natuur op de gezondheid van mensen. Daarbij is in zekere zin een ander perspectief gekozen dan in de voorgaande studies: de raad kijkt naar het effect van natuur op de gezondheid en niet naar behoeften van mensen of ontplooiingsmogelijkheden op het raakvlak van mens en natuur. De raad heeft gekeken naar algemeen onderzoek naar de relatie tussen natuur in de woonomgeving en het veel geciteerde onderzoek naar het effect van uitzicht op natuur na een operatie. In beide gevallen 162 zijn de aanwijzingen zwak. Verder heeft de raad gekeken naar herstel van stress en aandachtsmoeheid, stimuleren tot bewegen, vergemakkelijken van sociaal contact, bevorderen van de ontwikkeling van kinderen en bevorderen van persoonlijke ontwikkeling en zingeving bij volwassenen. De conclusies laten zien dat er sterke aanwijzingen zijn dat natuur helpt bij het overwinnen van stress en aandachtsmoeheid. Niet bekend is hoe lang het contact moet zijn, hoe intens en met welke soort natuur. Of natuur stimuleert tot bewegen is nog niet duidelijk, hoewel er indicaties zijn dat een groene leefomgeving dicht bij huis aanzet tot bewegen. Op het punt van sociale contacten bestaat nauwelijks relevant onderzoek. Over de betekenis van parken, volkstuinen en andere groenvoorzieningen of de betekenis van collectieve activiteiten in het groen is volgens de raad in Nederland geen materiaal beschikbaar. Over de goede invloed van natuur op de ontwikkeling van kinderen is geen overtuigend onderzoek gevonden. De aanwijzingen zijn niet sterk, maar de raad vindt ze wel van groot belang. Ook op het punt van zingeving lijkt onderzoek uit te wijzen dat natuur voorwaarden schept voor zingeving, maar systematisch onderzoek ontbreekt ook hier. Kortom: de raad heeft geen bewijs voor het belang van natuur, maar heeft wel de intuïtie dat het belang groot zou kunnen zijn. Deze conclusie is in lijn met die van De Martelaere en vele andere schrijvers die hier zijn aangehaald: we weten zeker dat de natuur belangrijk is, maar kunnen het niet aantonen. Sinds het verschijnen van het rapport van de Gezondheidsraad is er veel meer aandacht gekomen voor het verschijnsel van de epigenetica. De epigenetica heeft aan de vraag naar de betekenis van natuur en natuurbeleving voor mensen in de laatste jaren een dimensie toegevoegd. Dit verschijnsel houdt in dat bepaald gedrag kan leiden tot veranderingen in de manier waarop chromosomen 163 Pagina 82

Pagina 84

Heeft u een clubblad, digi-magazine of ecatalogi? Gebruik Online Touch: onderwijs catalogus converteren naar een online publicatie.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication