voor de mensheid. Het kan zijn omdat we respectvol willen omgaan met wensen van anderen, ook al zijn dat niet onze wensen. En het kan zelfs zijn dat we dat willen doen omdat we het goed vinden om respectvol om te gaan met alles wat leeft of met soorten die in miljoenen jaren zijn ontstaan. Maar we kunnen het alleen doen vanuit een antropocentrisch perspectief. Een geocentrisch of ecocentrisch perspectief kent geen subject. Het gaat om onze doelen: de aarde en de natuur hebben immers voor zover wij weten zelf geen doel. Daar past een kanttekening bij. Lange tijd kwam het ook goed uit om te denken dat Indianen en zwarte Afrikanen geen mensen waren. Enige prudentie is dus wel op zijn plaats. Stel dat sober leven vooral goed is voor toekomstige generaties, dan is het vervolgens wel veel gevraagd van een individu om af te zien van vlees eten, reizen en al die andere zaken waardoor we een overmatig groot krediet op de toekomst nemen, ten koste van abstracte volgende generaties. Daarom moeten we ons in de tweede plaats afvragen aan wie de roep om sober te leven gericht moet worden? De oproep om sober te leven door iemand als Lemaire, die al decennia in Frankrijk leeft op een voormalige boerderij met moestuin en brandstof uit eigen bos, is zacht gezegd een tikje schrijnend voor de postbode, verpleger of onderwijzer die net rond kan komen in een suburb. Voordat een algemene oproep tot soberheid redelijk lijkt, zal er iets moeten gebeuren aan de verdeling van welvaart en de inrichting van de leefomgeving. Als de verschillen groot zijn, is het immers moeilijk de mimetische begeerte te beteugelen: wat de ander heeft, wil ik ook. Verschillen jagen de consumptieve concurrentie aan. Of, dramatischer gezegd: zolang er nog iemand rijk is op de wereld, kan de rest zich arm voelen. Een interessant voorbeeld is Tibet. De bewoners van Tibet noemden hun land zelf Shangri La, het gelukkige land. De mensen waren tevreden met wat wij harde omstan274 digheden zouden noemen: weinig eten, weinig afwisseling in voedsel en extreem koude winters met weinig brandstof. Ongenoegen ontstond ook daar pas toen men door begon te krijgen dat anderen rijker zijn. Bij het thema ‘soberheid’ speelt niet alleen de mimetische begeerte, maar ook de verontwaardiging of woede over onrecht. Uit de speltheorie blijkt dat mensen een voorkeur hebben voor een rechtvaardige verdeling, ook al levert die minder persoonlijk voordeel op. Onrechtvaardige verdelingen leiden tot lose-losestrategieën: liever niemand iets dan de ander veel en ik minder. Grote verschillen leiden dus tot destructieve strategieën. De rellen in Parijs en Londen laten iets zien van die woede over alomtegenwoordige maar onbereikbare welvaart. Hoe meer iemand zich toe-eigent, hoe minder de anderen bereid zullen zijn zich terughoudend op te stellen. Dat verklaart waarom het beheer van commons zo moeilijk is. Nu de traditionele peergroups van gelijken in afkomst, beroep of klasse zijn weggevallen, is de hele wereld arm ten opzichte van één rijke. Concreter gezegd: de mimetische begeerte wordt wereldwijd aangejaagd omdat welvaartsverschillen wereldwijd zichtbaar zijn geworden. De tegenstelling tussen het politiek correcte principe dat iedereen gelijk is en de praktijk dat er grote welvaartsverschillen bestaan, is moeilijk te handhaven. Temeer daar in steeds grotere delen van de wereld de enige oproep die mensen doorlopend bereikt niet meer een morele oproep is om juist te leven, maar een commerciële om iets te kopen. Een sobere levensstijl heeft dus veel meer kans als het geen kwestie is van afzien (in de zin van ontzegging of in de zin van lijden), maar van een positieve keuze. Soberheid die neerkomt op afzien van ‘het goede leven’ voor doelen ver weg of later, zal weinigen aanspreken. 275 Pagina 138

Pagina 140

Interactieve digi-archief, deze tijdschrift of reclamefolder is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal op uw website plaatsen van e-uitgaves.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication