De overheid weet vaak veel negatieve energie te mobiliseren. De vraag is of de overheid die energieke samenleving ook ten positieve kan mobiliseren. Burgers zijn in ieder geval zeer betrokken bij hun eigen leefomgeving. Hajer beschrijft het verschil in aanpak van twee planners in New York. De een is die van Mozes, die vooral aandacht heeft voor grote structuren; de ander is die van Jacobs, die vooral zorgt voor het beter benutten van het bestaande, voor snel handelen en die veel nadruk legt op experiment. Ze hebben elkaar nodig: creativiteit van de burgers en strategische doelbepaling van de overheid. Vanuit de energieke samenleving ligt voor de directe leefomgeving van mensen volgens Hajer een ’radicaal incrementalisme’ voor de hand. Daar kunnen oplossingen worden gevonden die infrastructuren op meerdere manieren benutten, en alternatieven worden gezocht die aansluiten op de lokale situatie en dynamiek. Hajer ziet de verantwoordelijkheid voor collectieve diensten en publieke belangen als een overkoepelende verantwoordelijkheid van de overheid. Die zou echter niet meer langs de lijn van ‘analyse en instructie’, maar langs de lijn van ‘variëteit en selectie’ moeten plaatsvinden. De benodigde sturingsinstrumenten zijn klassiek, maar worden in een moderne jas gestoken: • Neem stelling. Van de overheid mogen niet alle oplossingen worden verwacht, wel een duidelijke stellingname op het punt van benoemen van problemen, van de publieke zaak, en van de burger. • Zorg voor infrastructuur. Infrastructuur dient brede maatschappelijke doelen en is bij uitstek de verantwoordelijkheid van de overheid. Die moet spelregels geven voor benutting, voorrangsregels en uitbreiding. Ook de institutionele infrastructuur hoort hierbij. • Ontwikkel goede regels. Regelgeving is bewezen effectief. Continuïteit is belangrijk, maar regels moeten dynamischer en stimulerender. • Zorg voor financiële instrumenten die dezelfde richting op werken. Financiële instrumenten als beprijzing en fiscale sturing zijn bewezen effectief, maar veel regels werken ook tegen elkaar in. • Monitor en organiseer feedback. Monitoring en feedback zijn noodzakelijk en de overheid moet een stimulerende rol spelen bij het opzetten van voorzieningen om informatie beschikbaar te krijgen. Wat betreft de stellingname: de stellingname uit het verleden was nauwelijks uitnodigend voor partijen die niet direct werden gefinancierd of eigen ideeën hadden. De doelen waren te veel gericht op het behoud van de biodiversiteit van de tweede helft van de vorige eeuw, te weinig toekomstgericht en hadden te weinig internationale context. Intussen is duidelijk dat er meer flexibiliteit nodig is om burgers ruimte te bieden om hun energie kwijt te kunnen. Flexibiliteit op lokaal niveau is uiteraard een risico ten opzichte van natuurdoelstellingen op hogere niveaus. De oplossing voor lokale flexibiliteit is dan ook te zoeken in robuuste systemen op nationaal niveau. Gemeenten kunnen het in het huidige natuurbeleid eigenlijk nauwelijks goed doen, laat staan excelleren. Wat betreft infrastructuur: het natuurbeheer is, anders dan bij energie- en milieubeheer, vrijwel volledig in handen van de overheid en van professionele organisaties. De energie- en milieuproblemen waar Hajer vaak naar verwijst, zijn voor de burger in veel meer gevallen te vertalen naar persoonlijk handelen, zoals het kiezen voor een idealistische provider of het plaatsen van zonnepane268 269 Pagina 135

Pagina 137

Interactieve digi brochure, deze weekblad of uitgave is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal uitgeven van digitale vaktijdschriften.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication