heidsvoorlichters hebben geleid tot veel verwarring en weinig resultaat. Voor het eerst in de geschiedenis is het probleem van voedsel voor een groot (misschien zelfs het grootste) deel van de mensheid niet meer dat er te weinig van is, maar te veel. Hier ligt een interessante parallel met onze omgang met de natuur. Het behoud van gezonde ecosystemen vraagt terughoudendheid van mensen die in beginsel heel veel kunnen vernietigen. Weloverwogen kiezen voor oorden van onthouding is veel gevraagd van de menselijke soort die immers ‘de natuur wil veranderen’, zoals de Inuit zeggen.4 die planten hebben vastgelegd uit de lucht, maar van stikstof uit de kunstmestindustrie. Zoals het bij onze omgang met de natuur de kunst is om oorden van onthouding te realiseren, zo zullen we ook in onze omgang met voedsel vormen en tijden van onthouding moeten realiseren. Voedsel heeft zijn onschuld verloren. Het is niet alleen verdacht met het oog op de gezondheid, het is ook nog eens moreel verdacht. Onze voeding veroorzaakt mondiale klimaatproblemen, milieuvervuiling, dierenleed en verlies van biodiversiteit. En dat terwijl voedsel zo mooi begint als opgeslagen zonlicht. Sinds mensen het vuur tot hun beschikking hebben, maken ze opgeslagen zonlicht immers eetbaar met opgeslagen zonlicht. Heden ten dage leven we steeds meer van fossiel zonlicht. Vaak is voor voedsel inmiddels meer fossiele energie gebruikt dan er aan zonneenergie in is opgeslagen. De complete groene agrarische wereld om ons heen draait inmiddels op fossiele energie. Niet alleen voor de verwarming van kassen en brandstof voor machines, maar ook voor de productie van kunstmest. Na tienduizend jaar landbouw als gevecht om schaarse mineralen, is de landbouw in Nederland en veel rijke landen oververzadigd met mineralen. Het merendeel van de eiwitten in ons lichaam is niet meer afkomstig van stikstof 4 Volgens Lopez in Dromen van het Noorden. 214 Voedsel is ook geen product meer uit onze leefomgeving. Wereldwijd stroomt voedsel over de wereld: sojabonen uit Noord-Amerika, palmolie uit Indonesië, boontjes uit Kenia, tonijn uit de Indische oceaan. In psychologische zin vergroot ook dat onze afstand tot voedsel: we eten dingen die we nooit hebben zien groeien, waarvan we niet weten welke schade ervoor of ermee is aangericht, en waarvan we niet weten onder welke arbeidsomstandigheden ze zijn gekweekt. Ook in een aantal andere opzichten is voedsel geen product meer uit onze leefomgeving: veel van onze groenten worden gekweekt onder kunstmatige omstandigheden. In de toekomst zal de druk om genetisch gemanipuleerde rassen uit laboratoria te gaan gebruiken, razendsnel toenemen. De grote stromen uit de Verenigde Staten zijn nu al gen-food en in landen als China en India klinken geen principiële geluiden tegen genetische gemanipuleerde gewassen. Er zijn wel bezwaren tegen de commerciële monopolies die ermee samenhangen. Voedsel verliest zo steeds meer het karakter van een product van de natuur en krijgt steeds meer het karakter van een nutriënt uit de voedingsindustrie. We weten dat onze consumptie ten koste gaat van oerwouden en het leven in de zeeën, maar het is een abstract soort weten. De relatie tussen het verlies aan biodiversiteit en ons eetpatroon blijkt te abstract om ons veel van de effecten aan te trekken. Het inzicht dat de oplossing van de klimaatproblematiek en de stop van verlies aan biodiversiteit in beeld komen als we geen vlees meer eten, is niet voldoende om ons koopgedrag te beïnvloeden. Nog groter is de cognitieve dissonantie als we het hebben over dierenleed. Mensen zijn gek op dieren en zouden iemand die zijn 215 Pagina 108

Pagina 110

Interactieve digi-jaarverslag, deze krant of studiegids is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het digitaal op uw website plaatsen van internet weekbladen.

546 Lees publicatie 216Home


You need flash player to view this online publication