50 In feite lijkt het hybride systeem niet of nauwelijks beter dan het systeem zonder fotobioreactor (algenvijver B). De toename van de productiviteit is – ongecorrigeerd – slechts zeventien procent. Oorzaak is het minder goed functioneren van de fotobioreactor in de periode van 21 september tot 2 oktober door de vervuiling met ciliaten. Als we dat verdisconteren, komt de productiviteit van het hybride systeem uit op zeventien gram droge stof per vierkante meter per dag. Ofwel – bij rechtstreeks extrapoleren – ruim zestig ton droge stof per hectare per jaar. Daarmee is de productiviteit van het hybride systeem zeventig procent hoger dan het systeem zonder fotobioreactor. In de tweede reeks experimenten is, zoals gezegd, een factor 1,2 gehanteerd om te corrigeren voor de schaduw van schoepenrad en randen. De productiviteit in de controlevijver (C) was gemiddeld bijna negen gram droge stof per vierkante meter per dag (zie figuur 31). Toedienen van extra CO2 (algenvijver B) leidde gemiddeld tot een iets hogere productiviteit van elf gram droge stof per vierkante meter. Figuur 31: Productiviteit van de verschillende systemen tijdens het tweede experiment. De opbrengst van het hybride systeem lag in deze serie experimenten met zeventien gram droge stof per vierkante meter fors hoger. Daarbij zij aangetekend dat de opbrengst op sommige dagen ook negatief was. De waarschijnlijke oorzaak is verdunning van de algensoep door zware regenval. Opvallend is dat de maximale productiviteit van de verschillende systemen niet eens zo erg veel van elkaar verschilt. Dat wijst erop dat niet zozeer CO2 of verse algen de beperkende factor zijn, maar licht. De grote verschillen ontstaan op dagen waarop de productiviteit laag is. Onder die omstandigheden maakt zowel extra koolstof als een hybride opzet het verschil uit. De gemiddelde productiviteit van de fotobioreactor was met 23 gram droge stof per vierkante meter niet veel hoger dan die van het hybride systeem als geheel. Dat terwijl de productiviteit per eenheid volume, zoals bepaald door optische dichtheidsmeting, wel hoog was (0,7 x OD750 per dag). Daaruit blijkt dat het effectieve oppervlak van de fotobioreactor in de kas, de zogenoemde footprint, vrij groot is in verhouding tot het volume van het systeem. In de tweede reeks experimenten is Chlorella fusca gebruikt, een algensoort uit een gematigd klimaat. Desondanks blijkt dat tempera- Pagina 58

Pagina 60

Voor gidsen, online uitgaven en onderwijsmagazines zie het Online Touch CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webshop in uw kranten.

483 Lees publicatie 173Home


You need flash player to view this online publication