De fotobioreactor draait, zoals gezegd, als fed-batch systeem. Als gevolg daarvan neemt de optische dichtheid gestaag toe met 0,7 OD750 per dag, tot een maximale dichtheid met een OD750 van twaalf tot dertien (zie figuur 29). Dat is een orde van grootte hoger dan tijdens de eerste reeks experimenten en wijst erop dat de fotobioreactor ditmaal wel naar behoren functioneerde. 49 Figuur 29: Verloop van de algenconcentratie in PBR en HRAP’s. 3.9 Opbrengsten In de eerste reeks experimenten varieerde de productiviteit per vierkante meter tussen de nul en veertig gram droge stof na toepassen van de correctiefactor (zie figuur 30). De productiviteit in algenvijver C (geen verwarming, geen CO2-toediening) ligt – na correctie voor de schaduw – met ruim vijf gram droge stof per vierkante meter op een voor zo’n systeem gebruikelijk niveau. Bij rechtstreeks extrapoleren komt dat neer op circa twintig ton droge stof per hectare per jaar. Figuur 30: Productiviteit van de verschillende systemen tijdens het eerste experiment. Voor algenvijver B (met verwarming en CO2-toediening) is dat ongeveer het dubbele; elf gram droge stof per vierkante meter per dag. Voor het hybride systeem (algenvijver A) zijn de opbrengsten nog iets hoger, dertien gram, maar dat verschil verdwijnt als we corrigeren voor het massa-effect van de fotobioreactor. Pagina 57

Pagina 59

Interactieve internet webshop, deze spaarprogramma of onderwijsmagazine is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een digitale publicatie omzetten van digi-onderzoeksrapporten.

483 Lees publicatie 173Home


You need flash player to view this online publication