Kentallen Op basis van de proeven komen we voor varkensdrijfmest tot de volgende kentallen voor het uiteindelijk ontwerp van de ‘unit’ mestscheiding: • Droge stof dikke fractie trilzeef: 22 % • Droge stof dunne fractie trilzeef: 3,9% 17 2.2 Omgekeerde osmose In eerste instantie was het de bedoeling om de dunne fractie uit de mestscheiding te onderwerpen aan omgekeerde osmose. Daarbij wordt een vloeistof met behulp van een drukverschil door een half doorlatend (semi-permeabel) membraan geperst. Het permeaat bestaat uit het zuivere oplosmiddel (meestal water). Wat resteert, is het concentraat. De techniek wordt onder meer gebruik voor het ontzouten van zeewater aan boord van schepen. In de jaren tachtig is onderzoek gedaan naar het gebruik van omgekeerde osmose (ééntraps) voor het zuiveren van percolatiewater van stortplaatsen. Ook voor de dunne fractie uit de mestscheiding wordt het incidenteel toegepast (Ormira-systeem). In dat geval wordt de omgekeerde osmose meestal voorafgegaan door een extra filtratiestap over een lagedruk-membraanfilter. Dat heeft te maken met het type membraan dat men gebruikt. Tot op heden wordt – ook bij mestverwerking – vooral gebruik gemaakt van een zogeheten spiraalgewonden (spiral wound) membraan (zie figuur 6). Dit type membranen is met name ontwikkeld voor het filteren van relatief schone stromen zoals zeewater. Ze hebben als nadeel dat ze snel verstopt raken als ze worden gebruikt voor het scheiden van de dunne mestfractie. Om dat te voorkomen, moet het colloïdale (zwevende) materiaal groter dan eenhonderdste micrometer, eerst worden verwijderd via membraanfiltratie (UF). Een extra stap die vrij veel energie vraagt. Die extra stap is volgens Sustec niet nodig bij gebruik van buisvormige (tubular) membranen (zie fguur 7). In dat geval kan de vloeistof uit de trilzeef direct over het membraan worden geleid, zonder voorbehandeling om het zwevend materiaal te verwijderen. Het principe van membraanfiltratie is er, zoals gezegd, op gebaseerd dat de te scheiden vloeistof met een zekere snelheid en druk door het membraan wordt geperst. Voor omgekeerde osmose met buisvormige membranen geldt een stroomsnelheid van ongeveer 2,5 meter per seconde, terwijl de druk over het membraan meestal rond de dertig à veertig bar wordt gehouden. Deze waarden zijn ook gehanteerd bij de proeven die in het kader van het ECOFERM!-concept zijn gedaan. Ze zijn uitgevoerd bij het Van Hall Instituut te Leeuwarden. Figuur 6: Spiraalgewonden membranen. Figuur 7: Buisvormige membranen. Voor de proeven is gebruik gemaakt van buisvormige membraanmodules, gemaakt van cellulose-acetaat. De buisdiameter bedroeg 12 millimeter en het membraanoppervlak 2,3 vierkante meter. Pagina 25

Pagina 27

Voor vakbladen, online sportbladen en lesboeken zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw drukwerk.

483 Lees publicatie 173Home


You need flash player to view this online publication