Een belangrijke basis voor de noodzakelijke systeeminnovatie is het inrichten van een innovatieprogramma door de sector met ondersteuning van de overheid. Dit is een vereiste om te zorgen dat kennis uitgewisseld wordt, een lerende sector ontstaat, en de middelen uit heffingen en dergelijke optimaal toegewezen worden. De kern van het innovatieprogramma draait niet om proeven of pilots, maar om het zetten van de eerste stappen in de ontwikkeling van ketens. Deze stappen moeten relevant zijn voor de groei van mestverwerking, en de basis leggen voor lerende ketens. Hierin is elke volgende stap in de ontwikkeling effectiever dan de vorige. Met andere woorden: de start van verschillende ketens die stapsgewijs groeien in omvang, kwaliteit, effectiviteit en rendement. Transitiepaden hebben een cyclisch karakter waarbij de route zelf evenzeer een innovatief karakter heeft. Het streven naar vooraf bepaalde puntoplossingen (nu reeds definiëren hoe de wereld er over x-jaar uitziet en welke unieke route daarnaartoe leidt) doet sterk afbreuk aan het lerend vermogen dat nodig is om nieuwe wegen te ontdekken en te begaan. Soms zijn wegen doodlopend en is teruggaan naar een andere route onvermijdelijk. Om dit te bereiken, moeten we tegelijkertijd twee wegen bewandelen. De eerste weg heeft tot doel de randvoorwaarden voor de te ontwikkelen ketens vorm te geven. Het creëren van een sense of urgency door gerichte overheidsinterventies, en de activiteiten zoals het structureren van financiering om deze randvoorwaarden te realiseren. De eerste weg is geen afgeleide van de tweede weg, maar kent een eigen dynamiek en draagt zelfstandig bij aan het vormgeven van de markten. De tweede weg is het concreet vormen van vraaggestuurde ketens met marktpartijen; te starten met de partijen die tijdens deze verkenning hebben aangegeven hieraan te willen meewerken. Het bouwen van één of meerdere werkende ketens voor de verwerking van de mest is een krachtig voorbeeld en geeft een enorme impuls aan het lerend vermogen dat nodig is om de transitie op grote schaal mogelijk te maken. 54 Deze twee wegen gaan hand in hand, zodat ze elkaar versterken en van elkaar kunnen leren. Inhoudelijk zijn daarbij de volgende elementen aan de orde: 1. Ontwikkeling van sense of urgency bij vragers en aanbieders door een fundamentele verandering in de marktsturing. Bijvoorbeeld door een verandering van de regelgeving gericht op het aanmelden van het mestoverschot op een transparante markt. Dit aangevuld met een verplichting tot hergebruik van mineralen waardoor grondstoffen uit mest effectief kunnen concurreren. 2. Overheidssteun bij de eerste vraaggestuurde ketens om over het dode moment heen te komen en het vliegwiel in beweging te krijgen. De eerste stappen zitten nog onderin de leercurve en zullen daardoor een lager rendement opleveren dan de volgende stappen in de leercurve. Overheidssteun moet niet permanent zijn; de voorkeur gaat uit naar financiering door de sector. We streven immers naar initiatieven die gebaseerd zijn op een valide businesscase. De overheid dekt in de beginfase de risico’s af van de onrendabele top door garantiestelling in de vorm van revolving funds of anderszins. 3. Locatie, logistiek en organisatie zijn even belangrijke bouwstenen voor het ontwerp van de eerste ketens als de techniek van de mestverwerking. Dit vraagt ook gericht beleid van overheden om geschikte locaties te kunnen benutten. Het betrekken van partners met grote, fijnmazige logistieke netwerken in de raffinageketens is een vereiste. 4. Een looptijd van drie jaar is reëel voor het aanjagen van het transitiepad indien de sense of urgency aanwezig is. Als dit laatste niet het geval is, zal veel tijd verloren gaan aan overleg en het zoeken van partijen die een eerste stap willen zetten. Het transitiepad is gericht op het ontwikkelen van nieuwe ketens. De eerste stap heeft tot doel ketenpartners bij elkaar te brengen rond bestaande technologie, een proces van mestverwerking op te starten en grondstoffen te kunnen afzetten op de markt. Het resultaat van deze stap is een business op beperkte schaal die kan groeien. Niet een pilot om nieuwe technologie te testen. 5. Het voorkeurmodel is een incentive van de overheid die de vraag genereert, en financiering door de sector en marktpartijen waarbij de over- Pagina 60

Pagina 62

Scoor meer met een webwinkel in uw kranten. Velen gingen u voor en publiceerden folders online.

472 Lees publicatie 162Home


You need flash player to view this online publication