De energieketen is gericht op die delen van de mest die het meeste biogas opleveren of het beste te verbranden zijn. Scheiding tussen dikke en dunne fractie kan geschieden direct aan het begin van het proces (op de boerderij) of later als extra processtap. De schaal van de installaties hangt samen met de gekozen technologie en de wijze van distributie. Levering aan grote energiebedrijven en distributie via de bestaande netten stelt hoge eisen aan de wijze van aanlevering (vooral voor gas en biomassa voor meeen bijstook). Lokale distributie vraagt om investeringen in het opzetten van een lokale infrastructuur voor de distributie van gas, warmte en elektriciteit. De keuze voor levering aan grote bedrijven of lokale verwerking bepaalt sterk de feitelijke inrichting van de energieketen. Het voordeel van lokale verwerking is dat criteria voor verwerking en de vereiste schaal minder stringent zijn, terwijl toch een besparing op CO2-uitstoot gerealiseerd wordt. De mogelijkheden om CO2 en warmte te benutten, hangen sterk samen met de lokale vraag. Locaties dicht bij warmte- en CO2-vragers genieten de voorkeur. Daarnaast spelen kosten van het transport en de logistiek voor de aanvoer van mest een belangrijke rol bij de feitelijke locatiekeuze. De restproducten in de energieketen zijn omvangrijk in volume en bevatten nog veel grondstoffen. Binnen de cascade vormen de restproducten van de energieketen de start voor verdere verwerking in de mineralenketen. Figuur 15: Overzicht mineralenketen. Afhankelijk van de gebruikte techniek kunnen andere mineralen uit de mest of het digestaat gehaald worden. Reststromen uit de mineralenketen kunnen verwerkt worden door waterzuiveringsinstallaties of de energieketen. De mineralenketen De mineralenketen moet gesplitst worden in de verschillende mineralen en de fractie van de mest waarin deze te vinden zijn. De mineralen zitten zowel in de dikke fractie (fosfaat) als in de dunne fractie van de mest (stikstof en kalium); de verdeling van de mineralen tussen de dikke en dunne fractie kan per diersoort verschillen. Schematisch ziet de vraaggestuurde keten er als volgt uit: De kunstmestindustrie is op dit moment geen vrager naar stikstof uit mest. Technisch is het goed mogelijk om nitraat- en ammoniumverbindingen te produceren en deze tegen beheersbare kosten in de markt te zetten. De fosfaatketen is ook goed te ontwikkelen. Concentraten uit de dunne fractie zijn geschikt als kunstmestvervangers en worden ook als zodanig gebruikt, mits dit prijstechnisch haalbaar is. Productietechnisch kan gemeenschappelijke verwerking van slib uit waterzuiveringsinstallaties met de dunne fractie uit mest zeer interessant zijn en synergie opleveren. Stikstofterugwinning uit de dunne fractie door waterzuiveringsinstallaties maakt anaerobe vergisting van het restant mogelijk. Dit levert biogas als additioneel product op. 28 Pagina 34

Pagina 36

Scoor meer met een web winkel in uw brochures. Velen gingen u voor en publiceerden relatiemagazines online.

472 Lees publicatie 162Home


You need flash player to view this online publication