5.3 Grootschalig Agrocentrum In het Kringloopdorp – of het nu in West-Europa of in China wordt gebouwd – ligt de nadruk op de integratie van wonen en voedsel­ productie in een modulair systeem. Redelijk kleinschalige toepassin­ gen waarbij de nadruk ligt op korte ketens. Eenzelfde modulaire aanpak laat zich echter ook goed verenigen met grootschalige voedsel­ productie zoals in de agrarische complexen in dichtbevolkte delta’s in de wereld. In een dergelijk complex, zoals het door InnovatieNetwerk geïnitieerde Agrocentrum, wordt grootschalige varkenshouderij gecombineerd met verwante activiteiten, meer in het bijzonder een agro-energiecentrale voor de verwerking van mest en andere biomassa tot biogas en elektri­ citeit. Daarnaast is het Agrocentrum geclusterd met akkerbouw voor enerzijds de levering van home grown veevoer, en anderzijds de productie van groene brandstof voor covergisting. Het Agrocentrum moet het hebben van schaalvoordelen en het nuttig hergebruik van reststromen. In de gebruikelijke opzet worden de schaalvoordelen gehaald uit aantallen varkens en op maat gemaakte systemen voor onderdak, voervoorziening, mestverwerking en trans­ port. Het voordeel van een modulaire aanpak is de mogelijkheid van stapsgewijze groei door het bijplaatsen, zo nodig zelfs stapelen van eenheden. Een bijkomend aspect is het reduceren van financiële risico’s. Een nieuw op te zetten project gerealiseerd met conventionele materialen leidt onherroepelijk tot flinke investeringen. Bij het niet slagen van het project levert dit dan een flinke kapitaalvernietiging op. Bij toepassing van modulen kunnen de in een frame ingebrachte modulen eenvoudig worden uitgenomen en elders worden gebruikt als enkelvoudige modules. Het frame, als dit van staal is gemaakt, kan afgebroken worden om elders te worden ingezet als een modulair hotel dan wel als modulaire parkeergarage. Een extra voordeel is dat er door de afgesloten modules geen contacten zijn – ook niet via de lucht – tussen de verschillende diergroepen; noch bij de zeugen, noch bij de vleesvarkens. Het risico van besmetting blijft daardoor beperkt tot de omvang van een enkele zeugenmodule en een enkele varkensmodule. Geïntegreerde keten 33 Bepalend voor de omvang van het Agrocentrum is het aantal zeugen. Als we uitgaan van de nieuwe normen voor de varkenshouderij, in casu zes vierkante meter per zeug (kraamhokken) en ruim één vier­ kante meter per zeug/vleesvarken, levert dat de volgende dimensione­ ring op. Aannemende dat één zeug 26 biggen per jaar werpt, leveren 200 zeugen jaarlijks ruim 5.000 slachtrijpe vleesvarkens op. Bij een zeugenplaats van zes vierkante meter biedt een stalmodule plaats aan zes zeugen. Dat betekent dat er grofweg 33 modules nodig zijn om de zeugen te huisvesten, verdeeld in modules voor gelten, drachtige en zogende zeugen plus een aantal kraammodules. Voor 5.000 vleesvar­ kens zijn grofweg 2.500 varkensplaatsen nodig. Uitgaande van een oppervlak van één vierkante meter per mestvarken zou dat neerkomen op circa 70 modules. Pagina 38

Pagina 40

Heeft u een boek, page flip flash of online verenigingsbladen? Gebruik Online Touch: vaktijdschrift van pdf naar digitaal converteren.

430 Lees publicatie 125Home


You need flash player to view this online publication