wordt door individuen deelgenomen in consumentenraden op buurtniveau, die op hun beurt samenwerken in een stadsraad. Stadsraden vormen weer een onderdeel van een provincieraad, enzovoorts. Via dit systeem wordt de consumptie georganiseerd. Op verschillende niveaus worden behoeften geïnventariseerd en consumentenplannen opgesteld, en worden bijkomende belemmeringen afgewogen om tot de aggregate demand (totale vraag) te komen (Albert & Hahnel, 2002). Voor een uitvoerige beschrijving raad ik de diverse hierover verschenen publicaties van Albert en Hahnel aan.32 • Prijsbepaling De planningsprocedure zoals hierboven omschreven, wordt na afloop van een planningsperiode steeds herhaald. Elke planningsperiode start met een weergave van de indicatieve prijzen die als richtlijn dienen en die de basis zijn waarop consumenten hun behoefte en vraag afstemmen. De indicatieve prijzen zijn gebaseerd op het resultaat van het voorgaande jaar. Deze prijs vertegenwoordigt de geschatte marginale sociale kosten (MSK)33 voor alle eindproducten en diensten, voor kapitaalgoederen, voor natuurlijke hulpbronnen en voor categorieën van arbeid (Hahnel, 2005). Voorstellen vanuit de werkraden, gebundeld door federaties, en de voorstellen vanuit de consumentenfederaties worden met elkaar vergeleken. Er vindt terugkoppeling plaats, waarbij overaanbod of overvraag wordt weergegeven. Op basis van actuele informatie, geïnventariseerde vraag en aanbod, worden de gecorrigeerde indicatieve prijzen voor elk eindproduct, dienst en kapitaal berekend. Op basis hiervan worden nieuwe afwegingen, en daarmee nieuwe productie- en consumptieplannen, samengesteld. Sociale kosten spelen een belangrijke rol bij de prijsbepaling. De economie zal goed X produceren tot het punt waarop het produceren van één extra goed X inhoudt dat de gemeenschap een ander waardevoller product verliest (Albert, 2003). In economische termen: MSO = MSK, marginale sociale opbrengsten zijn gelijk aan de marginale sociale kosten.34 Door een extra eenheid van goed X niet voort te brengen, kan de productiecapaciteit worden gebruikt voor producten waar iedereen meer baat bij heeft. • Beloningssysteem Binnen de participatieve economie heeft iedereen recht op gegarandeerde basisvoorzieningen zoals gezondheidszorg en onderwijs. Beloning vindt niet plaats op basis van bezit van productiemiddelen, maar is afhankelijk van de inzet en de inspanning die worden geleverd. Opleiding of ervaring spelen daarbij geen rol. Naast basiswerkuren, waar een basisinkomen tegenover staat, kunnen extra uren worden gewerkt. Extra effort − dat wil zeggen: extra waardering − kan ook worden vergaard door onaangenamer of ongezonder werk te verrichten. Beoordeling van de geleverde inspanning vindt plaats door een evaluatieverslag dat door collega’s uit dezelfde werkeenheid wordt ingevuld. Dit systeem leidt ertoe dat wezenlijke onderwerpen zoals het verdelingvraagstuk, verdeling van schaarste, rechtvaardigheid, sociale verantwoordelijkheid, betrokkenheid maar ook machtsfactoren expliciet onderwerp van overleg en besluitvorming worden. 25 32 Zie bijvoorbeeld Albert (2000) en Hahnel (2005). 33 Marginale sociale kosten geven, in tegenstelling tot marginale kosten (MK), ook de kosten van negatieve externaliteiten weer. 34 Binnen de gangbare economie wordt alleen MO=MK (marginale opbrengsten zijn gelijk aan marginale kosten) gebruikt. Pagina 32

Pagina 34

Interactieve ejaarverslag, deze verenigingsblad of onderzoeksrapport is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het van pdf naar online converteren van digi brochures.

393 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication