16 visvangst staat de laatste jaren een toename van de omzet van gekweekte vis. Ongeveer een kwart van de in Nederland geconsumeerde vis wordt door de eigen vloot gevangen, de rest wordt ingevoerd. Tabel 1: Trends in de kottervisserij. Bron: LEI-DLO, Trends in de visserij, 2007. 1990 Aantal schepen Motorvermogen (1.000 pk) Werkgelegenheid Aanvoerwaarde (mln. €) Aanvoerwaarde (mln. €, prijzen 2006) Quota tong (tonnen) Quota schol (tonnen) Quota kabeljauw (tonnen) 553 559 2.486 315 410 18.000 89.000 11.500 2000 402 428 1.831 290 296 17.000 39.000 8.800 2006 346 308 1.399 256 256 11.800 20.300 2.000 5 Zie hiervoor Vissen met Tegenwind; Advies van de Task Force Duurzame Noordzeevisserij, 2006, alsmede Visserij in cijfers 2007, 2007 (blz. 48). De zeevisserij wordt niet alleen geconfronteerd met een dalende omzet, maar ook met een aanzienlijke stijging van de kosten, met name de brandstofprijzen. Deze kostenstijgingen werken niet automatisch door in de verkoopprijzen: de geïndexeerde verkoopprijzen van de belangrijkste aan wal gebrachte vissoorten zijn sinds 1975 vrijwel constant. De rentabiliteit van de sector is dan ook slecht.5 De kottervisserij is, zoals eerder opgemerkt, de laatste jaren verliesgevend. 3.2 Competenties van de visser Volgens de meeste gesprekspartners is de Nederlandse visser vooral een traditionele vakman. De competenties zijn primair toegespitst op het vissen, waarmee hij in het verleden zeer succesvol was. Andere aspecten van ondernemerschap, zoals marktoriëntatie en bedrijfsvoering, zijn echter veel minder sterk ontwikkeld. Strategisch handelen, innoveren en samenwerken zijn zwakke punten in de visserij. Vissers zijn weinig met de markt bezig. Ze kijken vooral naar besomming6. “Als er maar veel gevangen wordt, is het goed.” De marktoriëntatie houdt op bij de vismijn. De meeste vissers hebben weinig of helemaal geen zicht op waar de vis terechtkomt. Met name de vissers die op massa vissen (platvis) hebben dit inzicht niet. Er is ook te weinig aandacht voor kostenbeheersing en er wordt weinig naar rendement gekeken. In goede jaren is er weinig geld opzijgezet. Een verklaring voor deze manier van werken hangt deels samen met de opleiding. Bij het visserijonderwijs ligt nog altijd de nadruk op de techniek van het vissen; het leren van goed ondernemerschap komt nog maar weinig voor tijdens de opleiding. Er bestaan op sommige scholen (Berechja College op Urk in samenwerking met de Christelijke Agrarische Hogeschool in Dronten) wel plannen, maar deze zijn nog niet in praktijk gebracht. Een (beperkt) aantal vissers verdient nog steeds een goede boterham met vissen. Zij zijn creatief en kostenbewust. Ze varen alleen uit als de verwachte opbrengst boven de kosten uitgaat. Daarnaast hebben enkele vissers hun vistechniek aangepast en/of zijn ze op andere (niet-gequoteerde) soorten gaan vissen. 6 Besomming = bruto geldopbrengst van een visreis. Pagina 23

Pagina 25

Heeft u een verenigingsblad, i paper of digi-vakbladen? Gebruik Online Touch: whitepaper online bladerbaar uitgeven.

360 Lees publicatie 100Home


You need flash player to view this online publication