Een andere optie is het aanbrengen van semiverharding. Dit is echter kostbaar en dient na elke oogst weer te worden hersteld. Een iets goedkopere oplossing is het aanbrengen van strooisel of houtsnippers op de paden. Dit kan raadzaam zijn bij zeer natte omstandigheden. Het kan ook helpen om onkruiddruk op de paden te verminderen. Het inzaaien van gras op de paden moet worden afgeraden. De ervaring met inzaaien van graspaden in maïsdoolhoven is dat door de schaduwdruk het gras slecht groeit. Bovendien brengt dit extra maaikosten met zich mee. Wilgenklonen Voor de aanleg van wilgenplantages voor de biomassaproductie zijn diverse (veelal Zweedse) wilgenklonen voorhanden. De klonen zijn veelal selecties van of kruisingen tussen diverse wilgensoorten, zoals Salix viminalis, Salix dasyclados en Salix schwerinii. Deze klonen zijn geselecteerd op hun hoge biomassaproductie, resistentie tegen ziekten en plagen, vorstgevoeligheid, et cetera11 . Uit teelttechnisch oogpunt wordt veelal aanbevolen om bij de aanleg van een plantage meerdere soorten wilgenklonen te gebruiken als een extra risicospreiding. De wilgenklonen variëren niet alleen in biomassaproductie, resistentie tegen ziekten en plagen en vorstgevoeligheid; ze variëren ook in uiterlijk (stamkleur, bladvorm, periode van uitlopen, bloei, et cetera). Wanneer vakken met verschillende klonen worden aangeplant, kan dit ook een extra afwisselend beeld opleveren, waardoor de belevingswaarde van de wilgendoolhof wordt verhoogd. Aanpassen ontwerp Een maïsdoolhof kan elk jaar opnieuw worden uitgezet, waardoor ook elk jaar een nieuw padenpatroon kan worden aangelegd. Het ontwerp van een wilgendoolhof is meer permanent. Bij oogst zijn er eventueel mogelijkheden om het patroon aan te passen. Overige variatie kan worden gecreëerd met wisselende activiteiten en/of faciliteiten in en rondom de doolhof. Ook kunnen er op wisselende plekken schermen worden geplaatst, waarmee de route periodiek wordt gewijzigd. 2.2 Aandachtspunten voor het beheer Ten opzichte van reguliere wilgenplantages zal een wilgendoolhof een aantal extra beheermaatregelen vergen: 1. Rapen van afval Naar verwachting dient dit enkele malen per week of (in het hoogseizoen) zelfs dagelijks te gebeuren. 2. Controle op en herstel van: o Beschadigde wilgen (bijvoorbeeld verwijderen afgebroken takken door recreanten/storm). o Paden (bijvoorbeeld verwijderen obstakels, vullen gaten, aanpak natte (modder)plekken). 11 Zie ook Jansen & Boosten, 2013. 13 Pagina 18
Pagina 20Interactieve digi nieuwsbrief, deze brochure of PDF is levensecht online geplaatst met Online Touch en bied het naar een online publicatie omzetten van digitale onderwijsmagazines.
593 Lees publicatie 246Home