Afbeelding 2.1: Schematische weergave van het Zweedse systeem met dubbele plantrijen. Om een wilgendoolhof voldoende interessant te maken voor bezoekers, moeten de wilgen langs de paden voldoende dicht zijn om:  Ervoor te zorgen dat bezoekers er niet toe worden verleid om een doorsteek van het ene naar het andere pad te maken dwars door de wilgenrij heen;  Ervoor te zorgen dat de naast elkaar gelegen paden niet (of in elk geval moeilijk) zichtbaar zijn door de wilgenrijen heen. Wilgen in korte omloopplantages vormen meerdere scheuten per stoof. Gemiddeld ligt het aantal op ongeveer 10 scheuten per stoof (variërend van 5 tot 15 scheuten). Dit kan oplopen tot wel 20 scheuten per stoof5 . Dit zorgt weliswaar voor een redelijk dichte begroeiing langs de paden, maar de begroeiing is niet zo dicht als bij maïs of een geschoren of gevlochten haag. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met het feit dat naarmate de wilgen hoger worden6 , de onderste delen van de scheuten (stammen) niet of nauwelijks bladeren bevatten, omdat er onderin geen licht meer kan doordringen door het gesloten bladerdak. De onderstaande foto’s (Afbeelding 2.2) geven een impressie van de dichtheid van de scheuten en het beeld binnenin een wilgenplantage. 5 Boosten & Jansen, 2010. 6 Na twee jaar zijn de wilgen circa 4 tot 5 meter hoog. 7 Pagina 12

Pagina 14

Heeft u een onderwijs catalogus, virtual paper of web publicaties? Gebruik Online Touch: publicatie digitaliseren.

593 Lees publicatie 246Home


You need flash player to view this online publication