2. Resultaten verkenning . Er zijn enkele doolhoven en labyrinten bekend waarin ook wilgen zijn toegepast/aangeplant. Bijlage I geeft een kort overzicht van deze bestaande wilgendoolhoven. Voor zover bekend, is er nog geen doolhof waarin biomassaproductie een doelstelling is. Nederland telt momenteel circa 39 maïsdoolhoven en 65 permanente doolhoven en labyrinten1 2.1 Randvoorwaarden voor het ontwerp 2.1 . 1 Opper v l akte De oppervlakte van een doolhof is in belangrijke mate bepalend voor de dwaalmogelijkheden die een doolhof de bezoeker biedt. Hierbij geldt uiteraard dat hoe groter de doolhof is, hoe langer de paden zijn en dus hoe langer een bezoeker zich kan vermaken in de doolhof. Als ondergrens wordt meestal aangehouden dat een bezoeker zich minimaal 15 tot 20 minuten moet kunnen vermaken in een doolhof. De ervaring leert dat een bezoeker maximaal 45 minuten dolen leuk vindt. De oppervlakte die nodig is, is afhankelijk van hoe dicht de paden op elkaar kunnen liggen en hoeveel ‘doodlopers’ er in de doolhof worden aangebracht. Voor 15 tot 20 minuten doolplezier kan men uitgaan van een totale lengte van de paden van 1.000 tot 1.300 meter. De lengte van de juiste route (indien men in één keer goed loopt) bedraagt dan zo’n 650 meter. De lengte van de dwaalpaden varieert daarbij tussen de 350 en 650 meter. Dit is te realiseren op een oppervlakte van circa 1 hectare. Voor (maïs)doolhoven geldt de stelregel dat zij eigenlijk pas echt interessant (spannend) zijn bij een oppervlakte vanaf 1,5 tot 2 hectare. De breedte van de paden bij maïsdoolhoven is 150 cm. Door de dichtheid van het gewas en de dichte plantafstand kunnen de paden in een maïsdoolhof tamelijk dicht op elkaar liggen. Voor wilgendoolhoven geldt dat door hun geringere dichtheid en bredere paden (zie ook Paragraaf 2.1.2 en 2.1.3) een grotere oppervlakte nodig is. Een grove inschatting is dat om hetzelfde aantal dwaalmogelijkheden te bieden, de oppervlakte van een wilgendoolhof gemiddeld twee keer zo groot moet zijn als de oppervlakte van een regulier (maïs)doolhof. In Hoofdstuk 3 is dit gedetailleerder uitgewerkt voor de case in recreatiegebied Zeumeren. Daarnaast moet er bij het bepalen van de oppervlakte en het ontwerp rekening worden gehouden met de inzet van machines voor aanplant, onderhoud en oogst. Aan het begin en het einde van de plantage moeten voldoende grote kopakkers worden aangelegd, zodat machines bij aanplant, onkruidbestrijding en oogst gemakkelijk kunnen keren en 1 Een labyrint bestaat uit één lang, slingerend pad naar een bepaald einddoel. In een doolhof splitsen de paden zich, en zijn er ook vaak doodlopende wegen. 5 Pagina 10

Pagina 12

Voor sportbladen, online artikelen en sportbladen zie het Online Touch beheersysteem systeem. Met de mogelijkheid voor een online shop in uw folders.

593 Lees publicatie 246Home


You need flash player to view this online publication