het daarom noodzakelijk onkruidbestrijding uit te voeren, zodat de jonge aanplant een goede start krijgt. Onkruidbestrijding kan zowel chemisch als mechanisch worden uitgevoerd. Chemische onkruidbestrijding met bijvoorbeeld Roundup kan alleen voorafgaand of direct na de aanplant vlaktegewijs worden uitgevoerd wanneer de wilgenscheuten nog niet zijn uitgelopen. Mechanische onkruidbestrijding kan worden uitgevoerd met een schoffelmachine, rijenfrees of vingerwieders. Afhankelijk van de onkruiddruk zal in het groeiseizoen na aanplant twee tot zelfs vier maal onkruidbestrijding nodig zijn ([13], [29], [46], [47]). De wilgen worden elke twee tot drie jaar geoogst tijdens het winterseizoen (november tot april). Er zijn in Europa diverse typen gespecialiseerde oogstmachines voorhanden. Sommige machines oogsten hele scheuten, zoals de Deense Stemster of de machines uit de griendcultuur. Oogst met deze machines is minder efficiënt, aangezien er na de oogst nog een aparte handeling moet plaatsvinden om de scheuten te verchippen, zodat de biomassa geschikt is om te verstoken in houtgestookte installaties. De meeste oogstmachines die worden ingezet in wilgenplantages oogsten en chippen de wilgenscheuten daarom in één werkgang. Een voorbeeld van dit type oogstmachine is de Deense Energy Harvester. Daarnaast zijn er ook speciale oogstkoppen voor maïshakselaars beschikbaar die geschikt zijn voor het oogsten van wilg, zoals de Claas HS2 en de New Holland Coppice Header 130 FB. De meeste oogstmachines zijn relatief zwaar. Het totaalgewicht van een maïshakselaar met de New Holland Coppice Header 130 FB ligt rond de 13-14 ton. De Deense Energy Harvester weegt inclusief trekker circa 10 ton. Dit betekent dat de ondergrond voor de oogst relatief droog moet zijn om insporing te voorkomen ([41]). Met de oogst van wilg worden uiteraard ook nutriënten afgevoerd. Mede op basis van ervaringen in het buitenland lijkt bemesting gedurende de eerste paar oogstcycli echter niet nodig ([18], [79]). Ook de wilgenplantages in een project in Flevoland hebben de eerste twee tot drie oogstcycli nog geen teruggang in de biomassaproductie laten zien ([12]). Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat wilgenplantages gemiddeld na twintig jaar aan vervanging toe zijn, omdat de productiviteit dan sterk afneemt en de wilgenstoven hun vitaliteit verliezen en dus niet (goed) meer uitlopen. Het ruimen van een wilgenplantage kan geschieden door na de laatste oogst de stobben en wortels te klepelen en te frezen ([13]). 2 .3.3 Productie De gemiddelde productie van commerciële wilgenplantages in Zweden is ongeveer 5 tot 6 ton droge stof (ds) per hectare per jaar, maar hangt sterk af van de eigenschappen van de plantage. In goed onderhouden plantages worden opbrengsten tot wel 20 ton ds/ha/j gemeld. De economische levensduur van de plantages is 20 tot 25 jaar ([26]). Irrigatie met 11 Pagina 14

Pagina 16

Voor boeken, online onderwijscatalogi en maandbladen zie het Online Touch online publisher CMS systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw catalogussen.

585 Lees publicatie 239Home


You need flash player to view this online publication