Op al deze typen afval(water) groeiden wilgen goed. Irrigatie met nutriëntenrijk afvalwater verhoogt de productie van wilgen met 30 tot 100% ten opzichte van irrigatie met water of ten opzichte van geen irrigatie ([15], [32]). Ook het feit dat door de irrigatie de vochtvoorziening in de wilgenplantage vrijwel altijd optimaal is, zorgt ervoor dat met (afval)water geïrrigeerde wilgenplantages doorgaans een hogere productie hebben dan reguliere plantages ([15]). 2 . 2.1 Water uit rwzi’s ( [25]) Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zijn in Zweden veel wilgenplantages aangelegd om de stikstofbelasting van oppervlaktewater door huishoudelijk afvalwater te verminderen. Deze plantages worden bevloeid door druppel- of sprinklerirrigatiesystemen. In Enköping is een veld van 76 ha aangelegd dat rejectiewater van slibontwatering ontvangt. Hierin zit 800 mg N/l, dat is 25% van de totale hoeveelheid N die uit de rwzi komt. Het water wordt in de winter opgevangen in speciale opvangbekkens. Vervolgens wordt dit water in de zomer gebruikt voor bevloeiing. Bevloeiing gebeurt 120 dagen per jaar. De totale hoeveelheid nutriënten is 30 ton N en 1 ton P per jaar in 200.000 m³ afvalwater, waarvan 30.000 m³ afkomstig is uit de ontwatering. 2 .2.2 Pe r colat i ewa ter van vui l s tort ( [25]) Percolatiewater wordt eerst belucht, daarna gaat het naar een wilgenveld. Door de hoge verdamping van de wilgen, wordt al het water verdampt en is er geen lozing meer. Er wordt 3 tot 4 mm percolatiewater per dag gedoseerd als de chlorideconcentratie niet boven de 1.200 mg/l uit komt. Er zijn (in 2003) dertig van dit soort systemen in Zweden. Ook hier gebeurt irrigatie alleen in het groeiseizoen. Voor deze toepassing moeten wilgenvariëteiten worden gebruikt met een hoge tolerantie voor ammonium en chloride. Op percolatiewater uit vuilstorten groeien wilgen goed (met een belasting van tot 2.144 kg N/ha.10 weken, 144 kg P/ha.10 weken, 709 kg K/ha.10 weken, 1.010 kg Cl/ha.10 weken en 1.678 kg Na/ha.10 weken)([85]). 2.2 . 3 Industr i eel afvalwater ([25] ) In de bestudeerde literatuur wordt vooral sproeiwater uit houtzagerijen behandeld. De samenstelling varieert per houtsoort. Stoffen zijn: fenolzuren, chemisch zuurstofverbruik (CZV), zware metalen, fosfaat. Een gemiddelde houtzagerij produceert al snel 100.000 m³ afvalwater per jaar. De hydraulische belasting kan hoog zijn, omdat de concentraties aan stoffen niet snel te hoog zijn voor toxische effecten. Bij de Zweedse Heby-zagerij wordt 60.000 m³ per jaar geïrrigeerd op 1 ha wilgen en 0,5 ha gras. De irrigatiehoeveelheid is 33-38 mm/dag gedurende 120 dagen. Ook water uit een composteringsinstallatie is uitgeprobeerd, maar hierop groeiden de wilgen niet goed. De reden hiervoor is niet onderzocht ([85]). 7 Pagina 10
Pagina 12Heeft u een tijdschrift, digi magazine of internet kranten? Gebruik Online Touch: whitepaper online plaatsen.
585 Lees publicatie 239Home