5. Samenvatting, conclusies en aanbevelingen 5.1 Aard en omvang vrijkomende agrarische bebouwing De centrale vraag in dit onderzoek was wat we in de nabije toekomst aan vrijkomende agrarische bebouwing kunnen verwachten. Tot 2030 zullen naar verwachting tussen de 16.000 en 24.000 agrarische bedrijven in Nederland stoppen. Veel van deze bedrijven hebben geen opvolger. De grond van de stoppers wordt overgenomen door de groeiende boeren en op vrijkomende erven vindt er een erftransformatie plaat naar wonen en/of werken. Bij de stoppende boeren komen tot 2030 circa 24 miljoen m2 bedrijfsgebouwen en 8 miljoen m2 gebouwen met een woonfunctie beschikbaar. Ongeveer de helft van de vrijkomende agrarische gebouwen dateert uit de periode 1970-2000. Deze periode kenmerkt zich door een sterke rationalisatie en schaalvergroting in de landbouw. Stallen werden op de meest efficiënte en goedkope manier gebouwd. Gebrek aan architectonische kwaliteiten en regionale verschillen maakt dat deze gebouwen een beperkte (cultuur)historische waarde hebben. Vooral in de graasdierhouderij (met name melkveehouderij) komen veel gebouwen (ligboxenstallen) beschikbaar. In regio’s in Gelderland, Overijssel, Oost-Brabant/Noord-Limburg, Noord-Oostpolder en Zuidwest-Friesland komt in absolute getallen veel agrarische bebouwing beschikbaar. In de Randstad is dit in geringere mate het geval. 31 Pagina 42

Pagina 44

Voor kranten, online spaarprogramma en lesboeken zie het Online Touch content management system systeem. Met de mogelijkheid voor een webwinkel in uw PDF-en.

583 Lees publicatie 238Home


You need flash player to view this online publication