maar dat zo’n regeling niet één op één gekoppeld moet worden aan een financieringsmodel via nieuwbouw van extra woningen. Bij een vastzittende woningmarkt is de behoefte aan extra woningen namelijk gering. In de wetenschap dat – naast leegstand – schaalvergroting en nieuwbouw van stallen op de overblijvende agrarische bedrijven gewoon doorgaan, groeit het besef dat verdere verstening de open ruimte in het landelijk gebied laat dichtslibben (Gies et al., 2007) en daarmee de ruimtelijke kwaliteit aangetast wordt. Sloop draagt dan bij aan het behoud van het karakter van het landelijk gebied. De vraag is alleen: wie betaalt de sloopkosten? Voormalige agrariërs zullen, gegeven de hoge kosten en geringe opbrengsten, niet snel overgaan tot sloop. Daarnaast hopen ze wel de gebouwen een andere economische functie te kunnen geven. Onderzoek naar de toekomst van Twentse erven (Wing, 2013) geeft aan dat het huidige instrumentarium ten behoeve van ruimtelijke kwaliteit vooral gericht is op financiering via nieuw rood, en dat deze werkwijze aan kracht verliest voor kwaliteitsverbetering van vrijkomende agrarische bebouwing. Ze geven aan dat er nagedacht moet worden over aanvullende en/of nieuwe strategieën gericht op omgaan met sluipende verwaarlozing, zorgdragen voor tijdelijke kwaliteit en inspelen op lokale kansen. 29 Pagina 40

Pagina 42

Scoor meer met een online winkel in uw spaarprogramma. Velen gingen u voor en publiceerden PDF's online.

583 Lees publicatie 238Home


You need flash player to view this online publication